Nooit gedacht dat ik ooit iets over hem zou schrijven

 

Maar toen ik hoorde dat hij overleden is, schoot me ineens die dag weer te binnen dat ik hem ontmoette.

 

 

 

Ik wil het even over Willibrord Frequin hebben. Als je me vroeger had gevraagd of ik ooit iets over hem zou schrijven, dan had ik het zelf ook niet geloofd. Hij was mij iets te ‘overrompelend’. Iemand in m’n omgeving was zelfs gek op hem, wat ik nogal bijzonder vond. Doordat ik hoorde dat hij overleden was, dacht ik ineens weer aan die ene keer dat ik met hem te maken had…

 

Toen ik hoofdredacteur van Libelle was, werd ik samen met twee collega-hoofdredacteuren uitgenodigd voor een interview-training van Willibrord Frequin. Ik ging natuurlijk braaf. Al vroeg ik me wel af hoezo ze nou precies hém voor zo’n training hadden ingehuurd. Maar goed, als er iets te leren is, ben ik van de partij. Je kunt niet beweren dat ‘een dag niet geleerd is een dag niet geleefd’ je levensmotto is en dat vervolgens overboord gooien als het zo uitkomt.

 

Ik kom die dag een niet al te grote ruimte binnen, verwacht daar Willibrord achter een tafel, staat er een enorme camera-situatie opgesteld. Stevig gebouwde cameraman erachter, een ook niet al te kleine geluidsman ernaast en dan nog meneer Frequin himself pontificaal ervoor, die je ook rustig een omvangrijke verschijning kon noemen. De ruimte was dus eigenlijk al gevuld, we konden er nog net bij, op een rijtje stoeltjes strak langs de kant. Willibrord ging met een loeier van een microfoon in de hand vlak voor je staan en zei: ‘Je hebt vijf minuten om iets over je tijdschrift te vertellen.’ Niks gezellig introductiepraatje of zo. Rats, klats, meteen met de deur in huis. Ik vond het wel mooi die tijdslimiet, want m’n twee collega’s waren nogal breedsprakig.

 

De eerste die aan de beurt was, werd dan ook halverwege haar verhaal afgekapt, want de tijd was om. Daarna gooide hij nog wat vragen te hooi en te gras naar haar hoofd en daar moest ze à l’improviste op reageren. Dat was geen makkie, zeker niet met zijn manier van vragen.

 

Toen ik aan de beurt kwam, was de eerste vraag: ‘Vind je dat je er zo goed genoeg uitziet voor een tv-interview?’ Kloink! Ik vond van wel. Daarna gingen mijn vijf minuten in. Ik deed m’n verhaal en hield op toen ik ermee klaar was. Stond hij heel dwingend tegen me te roepen: ‘Je hebt nog twee minuten.’ Ik zei: ‘Ik ben klaar’. Hij nog een keer: ‘Schiet op, anderhalve minuut nog!’ Ik: ‘Dit was het.’ Tja, ik kon er nog wel van alles bij gaan staan bedenken, maar daar zou m’n verhaal niet sterker op geworden zijn. Vervolgens kwamen er nog wat flink pittige vragen achteraan zoals ‘waar stem je op’ en meer van die dingen die je niet meteen aan de grote klok wilt hangen. Red je daar maar eens uit. Daar was die training natuurlijk precies voor bedoeld. 

 

Voor mijn aanpak van het verhaal Gaf hij me een compliment. Uit zijn mond vond ik dat best tof. Al was Willibrord Frequin na die dag nog steeds mijn ‘type’ niet, mooi dat ik die twee uur durende training nooit vergeet. Kon ie supergoed. 

 

Dank u wel meneer Frequin, rust zacht

 

 

En lieve lezer, ik wens je een fijne week, maak er wat van, dan doe ik dat ook.

 

Groetjes van Franska

 

 

 

Door: Franska

Afbeelding van Franska