Dagelijks vuurwerk, en het is pas september
Eén knal en ze verandert van een vrolijk huppelend hondje in één brok stress.
Dagelijks vuurwerk, en het is pas september
’s Avonds knalt er iets in de verte. Het valt me eigenlijk amper op, tot ik zie hoe bang ons hondje ervan wordt. Ik geef haar een aai en een knuffel en vergeet het weer. Pas als ik even later weer vier, vijf, zes knallen hoor, valt het kwartje: vuurwerk.
Met nog drie maanden te gaan voor het oudjaar is, wordt hier in de buurt alweer volop vuurwerk afgestoken. Een drama voor onze teckel Guus. Ze is doodsbang voor iedere knal. Bibberend rent ze dan naar haar baasje (ik kan zo geëmancipeerd zijn als ik wil, voor Guusje is een vrouwtje om mee te kroelen en te wandelen; als het eng wordt, wil ze een grote sterke man). Als we in het bos lopen, verandert ze door één knal van een vrolijk huppelend hondje met wapperende flapoortjes in een bonk stress, die nog maar één ding wil: zo snel mogelijk naar huis. Daar kruipt ze, bij gebrek aan een mannelijke beschermer, in mijn nek. Tien kilo teckel in je nek is niet echt fijn, maar als ik voel hoe ze trilt, laat ik haar maar liggen. Een beetje spierpijn heb ik wel voor haar over.
Natuurlijk zijn er vuurwerkliefhebbers en die gun ik best hun pleziertje. Op oudjaarsavond. Die ene avond komen we, met de rolluiken dicht en de tv wat harder, wel door. Maar ik wil geen vuurwerk van september tot januari. Het is momenteel iedere dag raak. En niet alleen kleine knallen, soms klinkt het of er een kanon om de hoek staat. We hebben al van alles geprobeerd met Guus, om haar aan het geluid te laten wennen, maar de angst voor vuurwerk (en onweer) zit diep. Nog drie maanden. Ik vrees dat het lange maanden worden.