Franska.nl

De Fransen vieren nog massaal L’Epiphanie (Driekoningen). Een enquête, uitgevoerd in 2014, toonde aan dat zelfs 85 procent van de Fransen dit feest viert of in elk geval de bijbehorende taart, galette des Rois, eet. Dat verbaast me niets, want bij de patisseries liggen de etalages en vitrines vol met galettes en bij elke aankoop krijg je een mooie kroon van stevig, goudkleurig papier.
L’Epiphanie of Driekoningen is een christelijke feestdag en in veel, voornamelijk katholieke, landen was het zelfs heel lang een vrije dag. Het valt op 6 januari, maar sinds de officiële vrije dag is afgeschaft (1971), wordt dit feest gevierd op de tweede zondag na kerst, dat wil zeggen de eerste zondag na 1 januari. Nu, in 2017, is dat 8 januari.
Volgens goed gebruik hoort daar een driekoningentaart bij, een dichte taart van bladerdeeg met een amandelvulling (crème frangipane) én één ‘fève’ (boon). Die fève was vroeger een echte boon, maar tegenwoordig is deze vervangen door een klein porseleinen beeldje, waar je, als je niet oppast, flink je tanden op kunt stukbijten. Diegene die de fève in zijn stukje taart vindt, mag zich koning (Roi) noemen en de gouden kroon dragen.
Nu lopen de meningen over dat ‘koning zijn’ nogal uiteen. In mijn jeugd, mijn moeder bakte altijd een driekoningentaart met boon, betekende koning zijn ook daadwerkelijk koning zijn. Je kreeg die dag privileges en mocht onder andere kiezen wat er gegeten werd. Maar in Frankrijk zijn er families die heel andere regels hanteren, je mag dan weliswaar die mooie kroon dragen, maar daar is dan ook alles mee gezegd. De rest van de dag moet de koning juist allerlei rotkarweitjes, zoals afwassen en de vuilnis wegbrengen, opknappen.
Hoe dan ook …. de taart is verrukkelijk, ook op andere dagen van het jaar!
Een grappig detail is nog dat er inmiddels talloze Franse verzamelaars zijn van die kleine porseleinen beeldjes, de fèves.

Galette des Rois

(voor 8-12 personen)

Dit heb je nodig

• 4 grote eidooiers
• 150 g fijne tafelsuiker
• 75 g gemalen amandelen
• 110 g zachte roomboter
• eventueel 1-2 el rum
• 10 plakjes diepvries-roomboter bladerdeeg, ontdooid
• 1 groot ei
• 3 el melk
• 1 tl poedersuiker
• 1 boon

Zo maak je het
Klop de eidooiers met de fijne tafelsuiker tot een schuimig mengsel.
Spatel met een houten lepel beetje bij beetje de amandelen erdoor en tenslotte de zachte boter tot er een glad mengsel ontstaat. Voeg eventueel ook de rum toe.

Leg 5 plakjes deeg op elkaar, rol ze uit tot een cirkel van circa 24 centimeter doorsnede en leg deze op een met bakpapier beklede bakplaat.
Klop het ei los met de melk en de poedersuiker en bestrijk de deegbodem licht met dit ei. Verdeel de amandelvulling over de deegbodem en laat daarbij een rand van 2 centimeter vrij, druk de boon in de vulling.

Leg weer 5 plakjes deeg op elkaar en rol ze uit tot een cirkel van 26 centimeter doorsnede. Dek de amandelvulling af met deze tweede deegcirkel en druk de deegranden goed op elkaar. Eventueel kun je met een vork de randen aandrukken, zodat er mooie lijntjes ontstaan. Maak met de punt van een mes ondiepe lijnen op de bovenkant van de taart, kies een patroon naar wens, maar pas op dat je niet door het deeg snijdt. Bestrijk de bovenkant met de rest van het losgeklopt ei en bak de taart circa 30 minuten in een voorverwarmde oven op 220°C, schakel na 10 minuten de oven terug naar 200°C. Het deeg moet goudgeel en krokant zijn. Controleer de taart na 20 minuten en dek hem af met aluminiumfolie als het deeg te donker wordt. Lauwwarm is ie het lekkerst!