Blauw is altijd goed

 

 

Ongeveer 88 jaar geleden kwamen we in het huis wonen waar we nu nog wonen. Alles was bruin en ossenbloedrood geverfd. Somberrrr… Dus dat was klussen geblazen. Alles moest wit, wit en nog eens wit. Behalve de gang, die kreeg de kleur van een overhemd dat mijn man toen vaak droeg. Vond ik zo’n mooie kleur, een soort lichtgroenig-blauwig aqua. Een andere kamer kreeg een abrikoosachtige tint, de kozijnen van de keuken werden blauw. Ik had gehoord dat blauw de perfecte kleur is voor keukens, omdat vliegen daar een hekel aan hebben.
Een vriendin van me, die hoofdredacteur van het design-tijdschrift WOTH is, vroeg ik om advies. Die kleuren gewoon laten zitten, of toch een keer iets veranderen? Zij had natuurlijk meteen mooie plannen. Bijvoorbeeld de spijltjes van alle ramen zwart schilderen, in plaats van wit. Laatst kwam ze binnen en zei ze meteen: ‘Zeg, heb je die spijltjes nou nog niet geverfd?’ In een ding was ze ook heel stellig: dat abrikoos kon echt niet meer, dat moest zo snel mogelijk weg. Blauw kon ik heel goed laten zitten, terwijl ik daar zelf nog wel het meeste over twijfelde.
Dat waar ik dus de grootste haast mee had, werd afgelast. En wat ik nog wel oké vond, was ineens heel dringend. Met als gevolg dat ik nog steeds helemaal niets heb geverfd. Sorry Mary. Maar wel heel veel dank voor het advies. Komt een keer goed. Als ik tijd over heb.

 

 Door Franska

Fotografie portret: Esmee Franken. Visagie: Linda van Ieperen. Haarstylist: Mandy Huijs.