Ben jij er ook zo een die mij mijn broodje ham verwijt terwijl je zelf op leren schoenen loopt?
Of laat je vlees staan maar pak je ondertussen de oude auto om naar de supermarkt te kachelen?
Klimaathypocrisie. Hoewel het woord in 2010 al voor het eerst in een Nederlandstalige krant werd aangetroffen, had ik er tot afgelopen week nog nooit van gehoord. Officieel is het woord van toepassing op een klimaatactivist die anderen oproept klimaatmaatregelen te treffen, maar zelf intussen gedrag vertoont dat klimaatverandering juist in de hand werkt. Klimaathypocrisie is er als je collega het zich permitteert om kritisch te zijn over jouw broodje ham tussen de middag, terwijl hij zelf op leren schoenen loopt. Klimaathypocrisie is er ook als je zegt alles voor een beter milieu over te hebben maar ab-so-luut geen windmolens achter de dijk wilt waar jij toevallig woont. Klimaathypocrisie is er als je onze koning verwijt dat hij met zijn privévliegtuig naar zijn Griekse buitenhuis vliegt terwijl jij op zondag in een stikvervuilende oldtimer door de provincie toert.
Het fenomeen klimaathypocrisie zou bestaan omdat wij er als mens gemiddeld genomen een hekel aan hebben als anderen het beter doen dan wijzelf. Een onderzoek dat de Universiteit van Utrecht in 2016 deed naar vleeseters en vegetariërs bevestigt dat.
Vleeseters hadden geen moeite met vegetariërs die vlees gewoon niet lekker vinden of die vanwege hun gezondheid geen vlees mogen. Maar vegetariërs met principes, die vlees in de ban hebben gedaan om het milieu te sparen, daar had de notoire barbecuer wel degelijk moeite mee. Omdat de vleeseter deep down heel goed weet dat zijn keuze nu eenmaal niet zo goed is als de keuze van de vegetariër en omdat de vleeseter zich daar iets minder slecht over voelt als hij de vegetariër met het dragen van leren schoenen om de oren kan slaan.
Als voorvechter van een betere wereld, een beter milieu, moet je dus onfeilbaar en onkreukbaar zijn. Een overtuigd vegetariër mag thuis niet op gas koken, niet met de auto naar het werk en niet in de toch niet zo duurzame truitjes van de H&M lopen.
Maar als onze koning nou eens geen vlees meer zou eten, terwijl jij het gas de deur uitdoet, jouw buurman de fiets pakt naar zijn werk en ik alleen nog maar aardbeien eet als ze in het seizoen zijn? Als we allemaal íets doen, onverschillig hoe klein of inconsequent ook, bedoel ik. Dan maken al die kleine beetjes toch zeker een heleboel en blijft er over dat klimaathypocrisie vooral een heel leuk woord is.
Bron: NRC