Back to work
Na een maand vakantie zit ik weer dapper achter mijn beeldscherm, en tik weer op wat er speelt in mijn leven.
Of toch niet? Ik ben er nog niet uit. Want er speelt nogal wat in mijn leven. Bij de laatste controle is helaas nú alweer iets nieuws geconstateerd, en het blijkt na alle MRI’s, echo’s en biopten iets totaal anders te zijn dan kanker, maar toch … mij krijg je niet meer rustig.
De vorige keer begon ik namelijk ook zo. Er was toen ook niets aan de hand. Het was hartstikke onschuldig, tótdat de controle daarop. Toen bleek het toch niet helemaal goed te zijn.
Maar na verder onderzoek noemden ze het tóch weer een onschuldig voorstadium van kanker, en iets waar veel mensen onnodig voor behandeld werden. Of ik dus mee wilde doen aan een wetenschappelijk onderzoek om aan te tonen dat je dit gewoon kon negeren, want het zou, écht, écht, écht nooit kwaadaardig worden of uitzaaien.
Nou, dat wilde ik wel. Ik zou me niet laten behandelen, maar wel goed in de gaten gehouden worden, en zo kon ik hopelijk voorkomen dat onze kinderen later wellicht onnodige ingrijpende kankerbehandelingen zouden moeten ondergaan, terwijl dat zonde is van hun lijf, geest, tijd en geld.
Tótdat in het AVL iemand er nog een keer naar keek. Ja, nee, niet … dit was helemáál geen onschuldig voorstadium. Het was zelfs gevaarlijk, en het moest derhalve snel verwijderd worden.
Oké …
Pauze …
En na de ingreep bleek dat het ook geen voorstadium meer was, maar dat er allang een tumor zat. Pfff. Dus nog een operatie. En ook die was niet afdoende, dus daarna nog een amputatie.
Oké …
Pauze …
En toen toch ook maar chemo, én immunotherapie, én hormoontherapie. En doordat door al die meuk mijn nieren en hart zijn aangetast, zit ik nu ook aan allerlei medicijnen om dat weer onder controle te krijgen.
En natuurlijk: ik ben blij en dankbaar dat ik nog leef. Sterker nog; ik voel me steeds beter. Ik word weer krachtiger, krijg steeds meer energie, mag weer sporten, heb weer overal haar.
Nou, ja … behalve op mijn tanden dan.
Dus toen bij die laatste controle die nieuwe afwijkingen op de scans te zien waren, kookte ik van binnen van woede, maar liet ik dat aan niemand merken. Je kunt kanker de huid vol schelden, maar daar trekt kanker zich totaal niets van aan.
Dan kun je nog de artsen een kopje kleiner maken, maar die doen ook alleen maar hun werk. Bovendien zien ze dit nu omdát ik zo goed in de gaten word gehouden.
Dus wat doe je? Je gaat braaf naar alle onderzoeken, uitslagen, gesprekken en ingrepen, en je hoopt, bidt, smeekt, huilt en wacht.
Maar na het wegnemen en onderzoeken van een aantal stukjes uit de onrustzone kwam het verlossende bericht: ik hoefde me geen zorgen te maken, want dit was goedaardig, en zou nooit kwaadaardig gaan worden.
Hiep, hoi …
Pauze …
Ja, ja …
Ik kan het niet geloven, en durf er niet op te vertrouwen. Dit is precies zoals het de vorige keer ook begon. En ik heb geluk, want de artsen begrijpen dat ook, dus ik krijg veel sneller dan normaal weer een nieuwe controle om het goed te monitoren en me te blijven geruststellen. Maar eerst maar eens rust nu, was het advies.
En zo geschiedde. De hele maand augustus heb ik zitten lezen in mijn eigen tuin. Ik hoefde daarvoor geen koffers in- en uit te pakken, en niks voor te bereiden. Ik ben van terras naar terras gereden op mijn nieuwe fiets, en heb me volgepropt met allerlei lekkers, en fijne gesprekken met lieve mensen, plus me gerealiseerd dat ik héél véél vrienden heb.
Kijk! Dat heet nou rijkdom! En niet die goede baan! Maar nu dus wel weer aan het werk, en “normaal” doen, al weet ik nog niet hoe de wereld er uit gaat zien voor mij.
Maar ach … dat weten veel mensen op dit moment niet. Dus ik prijs mezelf maar gelukkig dat ik me weer tussen de Franska-lezers mag begeven, en niet tussen bommen, onderhandelingen, natuurrampen of (be)dreigingen hoef.
En ik zie wel wat het leven nog meer voor me in petto heeft.