Altijd wat

Sommige mensen hebben altijd wat. Mag ik losbarsten?.

 

 

 

Hoofdpijn van de eerste lentezon, oprispingen na een etentje, spit door de nieuwe stofzuiger of een pijnlijke teennagel. Met dank aan de stagiaire van de pedicure. Ook al zijn het, in mijn beleving, allemaal ‘veroorzakers’ waar je blij van moet worden; deze mensen zoeken of hebben altijd wel een reden om te klagen. Ik ken er zo een en word er niet goed van. Dat komt omdat ik ook mensen ken die serieus wat mankeren en die je niet hoort.

 

Naast het feit dat deze dame dus bijzonder vermoeiend is, bemoeit ze zich ook graag met de (ongezonde) levensstijl van een ander. Drink daarom nooit koffie waar ze bij is, laat staan een borrel. Want joeh, de cafeïne en alcohol en de schadelijke gevolgen ervan. Die moet je niet onderschatten. Ook bij matig gebruik niet. Bittergarnituur of een gebakje? Ha!, je komt er nog wel achter. Op termijn. Cholesterol, suikerspiegel, overgewicht, hoge bloeddruk. Allemaal toestanden.

 

‘Kind, heb je gehuild? Of ben je ziek? Financiële problemen? Ik las onlangs in de krant dat freelancers het lastig hebben. Dat ben jij toch ook? Willen ze je nog wel? Ik heb met je te doen.’ Bezorgd keek ze me aan.

 

Ik kon haar echt niet meer ontlopen. Terwijl ik daar toch mijn uiterste best voor had gedaan. Je voélt zoiets; honderd meter verderop zie je dé figuur regelrecht op je afkomen en je weet dat er geen vlucht meer mogelijk is.

 

‘Nee hoor,’ antwoordde ik, ‘ik heb alleen geen make-up op.’ (Dat het een gezellige, maar doorwaakte nacht was geweest, liet ik achterwege). ‘Maar wat fijn dat u me van zover af toch herkent. En wat een enige bril heeft u op. Nieuw?’ Je moet toch iets bemoedigends zeggen.

 

Kritisch bekeek ze me nog eens, me stevig bij m’n bovenarm pakkend. En omdat ik uit ervaring wist dat ontsnappen onmogelijk was, nam ik haar ook nauwkeurig op. Daar in de winkelstraat, op zaterdagochtend. Ze heeft veel weg van een sansevieria, bedacht ik. Lang, mager, saai, taps toelopend met een spitse kop.

 

Blijkbaar had ze verder op mij niet zoveel aan te merken. Want als een waterval stroomden de pijntjes, mankementjes en zeurderigheidjes over me heen. Zonder dat ik ook maar iets in de trant van ‘hoe gaat het met u?’ vroeg. Dat laat ik al jaren, want je bent geheid een halve dag verder.

 

Dit keer viel het mee. Al na een pijnlijk kwartier liet ze mijn arm los. Omdat ze nog naar de drogist moest voor een vracht vitamines. Een weldadige tinteling stroomde door mijn aderen en een beginnende hoofdpijn maakte zich van me meester. Ik ben haar niet gevolgd voor een doos paracetamol. Thuisgekomen smaakte de koffie best.

 

 

 

Door: Jolanda Groothuis

Jolanda Groothuis is als tekstschrijver in een mannenwereld wel goed gelukt. Of ze de lezers van Franska weet te boeien zal vanzelf blijken. Deze (meestal) nuchtere Twentse woont op het platteland. De sociale controle waardeert ze, tot op zekere hoogte. Maar ze is wars van roddel en achterklap.

Afbeelding van Jolanda Groothuis