Ai… AI
Wat gebeurt hier nou? denk ik dan.
‘Dat kopieert zo iemand over,’ roept ze stellig. We hebben het over begrijpend lezen en over de gevolgen ervan wanneer dit niet lukt.
Tenminste, dat denk ik.
‘Hij ziet, bij wijze van spreken, zijn ouders de hele dag niets anders doen op dat internet, en dan kopieert hij het na. Goed doen doet goede gevolgen, en dus doet slecht zien slecht gedrag over laten gaan.’
‘Ehhh, over laten gaan?’ Ik neem na elke zin drie seconden de tijd om begrijpend te luisteren, maar deze ontgaat me even.
‘Ja, of bevorderen. Net hoe je het noemen wilt,’ antwoordt ze.
Wat gebeurt hier nou? denk ik dan. We hebben een gesprek over iemands zus die rare reacties op internet plaatst. Die stukken blijkbaar niet goed kan (of wil) lezen en dan gaat schelden. Ik vind dat intrigerend, zij wordt er boos om, en samen kunnen we er uren over praten.
Haar uitleg is dat zo iemand gedrag kopieert van ouders (of andere voorbeelden) en sowieso al niet zelf na kan denken. Ik ga er nog vanuit dat iemand dit met zijn volle verstand doet en gewoon het artikel/boek/programma/gesprek, of de film/quote/column, of wat er ook gerecenseerd wordt, niet goed heeft begrepen. We hebben allebei dus een totaal ander beeld van wat er gebeurt en gaan daar samen over praten. Maar in plaats van naar elkaar toe te komen en een conclusie te kunnen trekken, word ik nu dus ook weer afgeleid door haar manier van Nederlands spreken. Pffff.
‘Is dit nou wat onderwijzers voor ogen hadden toen ze ons taalles gaven?’ roep ik.
‘Dat we allemaal geen touw meer kunnen begrijpen van wat de ander zegt,’ antwoordt zij.
En ik overweeg om te beamen dat we nergens meer een hout aan vast kunnen knopen, en denk dan dat we daar samen om zouden kunnen lachen.
Maar die figuren op internet gaan vol los op zoiets, omdat touw en hout hier zijn omgedraaid. En gevoel voor humor wordt helaas niet onderwezen.
We praten dus niet meer met elkaar, en we proberen niet meer de mening van een ander te begrijpen, maar we spuien de hele dag alleen nog maar onze eigen mening.
‘Waar lijkt het op?’ zou mijn oma zeggen in plat Amsterdams. Mijn lieve oma die alleen de lagere school had doorlopen, maar verder heel goed begreep dat er daardoor anderen bestonden die ergens misschien meer verstand van hadden dan zij. En mijn oma noemden wij derhalve een wijze vrouw.
Maar mijn oma had wel goed leren lezen. En daardoor kon ze de dingen waarover ze meer wilde weten opzoeken in de bieb. Daar stond van alles dat eerst gelezen en gecorrigeerd was voordat het daar mocht staan. En dat is nu ook anders. Iedereen mag overal zijn zegje doen, en het verkopen als waarheid. En iedereen kan nu ook precies vinden wat hij zoekt om zijn gelijk aan te tonen.
Ik kan zo het bewijs leveren dat de planeet vergaat, afwasborstels levensgevaarlijk zijn, en dat cryptomunten verzamelen niets anders is dan een piramidespel waardoor alleen de eerste deelnemers rijk worden.
Maar ik kan ook het tegendeel aantonen.
Kijk naar een tijdlijn op (bijvoorbeeld) Facebook, en je vrienden delen overal het “bewijs” van.
En de gekste beweringen – die in de toekomst ook nog alleen door AI zullen worden ge-/herschreven – worden nu al klakkeloos overgenomen. En AI leert niets nieuws door zelf na te denken, maar moet het hebben van wat wij er nu instoppen.
Dus als er nu alleen nog onzin ingestopt wordt, is dat wat er straks uit blijft rollen.
Veel plezier met “begrijpend” lezen straks, lieve kinderen en kleinkinderen!
Is rose kleurig nou hetzelfde als rooskleurig?
En is nateelt dan nat eelt?
Of: als je ergens áchter staat dan ben je er dus vóór. Ga dat maar eens uitleggen!
Wilt u opstaan? Want de zitting begint. Ga er maar aanstaan!
Al 30 jaar single, maar toch echt genoten.
AI is best uitgekookt, maar onze kinderen kunnen er straks niets meer van bakken.