Herinner je je deze nog?
Caroline: Verhalen uit de oude doos, ik sta écht elke keer weer versteld wat er allemaal veranderd is sinds ik twintig was…
‘Wij zaten vroeger rustig een half uur op onze beurt te wachten om 50 gulden te halen bij de bank. Was wel gezellig eigenlijk, je kwam nog eens iemand tegen.’ Sinds mijn puberella student is, haal ik steeds vaker van alles uit de oude doos, in dit geval de 35 jaar geleden nog niet bestaande pinautomaat. Soms voelt het alsof toen álles anders was.
Van de week kreeg ik het boekje ‘Wonderjaren’ van mijn generatiegenoten Pam van der Veen en Albert Wiglema toegestuuurd, dat heeft als ondertitel ‘Hoe technologie in de jaren tachtig en negentig ons dagelijks leven veranderde’. Mijn nieuwe naslagwerk! Komt dat even als geroepen!
Nou, daar gaan we hoor, moeders vertelt, studentje luistert… ‘Throw back’ heet dat tegenwoordig, zegt ze net, ‘Back to the future’ noem ik het.
Bellen deden wij als studenten via een apparaat met een draaischijf (‘Een wat, mam?’) dat thuis aan de muur hing. Met een tikker ernaast. Het idee was dat je het aantal tikken bijhield op een papieren lijst die naast de telefoon hing, één keer per maand werd uitgerekend wie voor hoeveel tikken gebeld had. ‘En als je niet thuis was en wilde laten weten dat je mee at, dan moest je naar een telefooncel. Die betaalde je met muntgeld, kwartjes.’
Amerikaanse series als Dallas en Dynasty waren de hoogtepunten van onze week
Televisie kijken deden we met z’n allen in ‘de fusie’ (ofwel gemeenschappelijke ruimte). ‘Nee, schat, niet in zwart-wit, we hadden halverwege de jaren tachtig wel al kleur.’ Via de kabel konden we buitenlandse zenders ontvangen, RTL4 was in aantocht. ‘Dallas’ en ‘Dynasty’ waren de hoogtepunten van onze week. Grote spelshows zoals die van Willem Ruis waren kijkcijferhits. (Hoe leg je in hemelsnaam de marmottenrace in AVRO’s Wie-kent-kwis nog uit?) Gek genoeg was er veel om voor thuis te blijven en naar uit te kijken, ‘Keek op de Week’ van Van Kooten en De Bie, was vrijwel altijd hét koffie-automaatgesprek op maandag. Inmiddels cultureel erfgoed.
Video was helemaal hip. Natuurlijk hadden we nog geen videorecorder in ons studentenhuis, maar zo nu en dan huurden we bij de videotheek een Moviebox en drie films. Dan deden we met z’n allen liggend op de bank een kijkmarathon. Als je de videobanden niet terugspoelde voor je ze terugbracht, kreeg je een boete.
Computers slopen langzaam ons leven binnen. Op mijn studentenvereniging schreven we met z’n tienen een boek op één computer, doodeng vonden we dat, stel je voor dat alles ineens weg was… Maar bij mijn eerste echte baan, in 1990, werkten we gewoon nog op typemachines, elektrische dat wel, met correctietoets. Tipp-ex was passé. Ongelooflijk, als je daar nu aan terugdenkt. De tijd van zwarte beeldschermen met groene letters of blauw met wit. Floppy’s, diskettes, printers waar geen land mee te bezeilen viel, dagenlang proberen te faxen met mijn vriendin in Pakistan… En toen ineens stond ie daar, thuis, dat bakbeest van een computer, griezelig! Internet en mailen via een inbelverbinding, ongelooflijk, wat een vooruitgang vonden we dat. ‘Ik was zwanger van jou, schat, toen ik mijn mailadres kreeg. Dat heb ik nog steeds, het heeft alle ontwikkelingen die daarna kwamen met me meegemaakt, papa had toen net een mobieltje.’
Tot zover ‘hoe het leven vroeger was’ en dan heb ik het nog niet eens over de walkman, kaart lezen, collect calls en de cassettebandjes gehad. O, wacht, mijn studentje zit inmiddels zelf ‘De Wonderjaren’ te lezen… Wat zal zij haar kinderen over, pak ‘m beet, dertig jaar te vertellen hebben?
Journalist Caroline Griep doet steeds weer een poging tot opgeruimd leven. Daar schrijft ze over. En over wat ze iedere dag tegenkomt tijdens haar ochtendwandeling door de media.
Fotografie portret: Dingena Mol, Haar & make-up: Astrid Timmer