Franska.nl

Mijn hondje is een topmodelletje met de perfecte maten. Al zeg ik het zelf. Haar gewicht houd ik dan ook een stuk beter in de gaten dan het mijne. Twee keer per dag weeg ik haar voer af. En zodra ze ook maar een beetje op een rollade begint te lijken, krijgt ze even iets minder. Een kilootje luistert nauw op haar lijfje, haar knieën zijn haar zwakke plek, dus overgewicht is belastend. Geen extraatjes, af en toe een botje, nee, geen stukje kaas of een koekje, nooit. Verder beweegt ze veel, zeker vijf keer in de week rent ze zeker een uur door park, bos, strand of duin. Noem me gerust een fanatieke freak, maar zelf bedenkt ze natuurlijk niet wat goed voor haar is. Daar ben ik voor.

Het zal niemand verbazen: als ik te zware huisdieren zie, vind ik daar wat van. Van hun baasjes dus. Gisteren las ik in de krant dat volgens Britse cijfers bijvoorbeeld bijna de helft van de katten te dik is, tegen 2019 zouden er meer katten met obesitas rondlopen dan er gezonde poezen zijn. Dat is toch absurd? Ik pleit onmiddellijk voor een Dikke Dieren Dag om de aandacht op dit probleem te vestigen.

Hoe het komt? Simpel. Net als bij ons namelijk: te veel eten en te weinig bewegen. De gezondheidsrisico’s zijn ook hetzelfde: hartaandoeningen, gewrichtsproblemen en zelfs diabetes. Mijn dierenarts vertelde me ooit dat wij onze menselijke behoefte aan ‘gezellige tussendoortjes’ projecteren op onze honden en katten. Jij een koekje, Bello ook, want anders is het zo zielig, is gewoon flauwekul en een kwestie van gewenning.

Denk eens na over hoe je die tevreden snorrende theemuts in beweging krijgt

Bij honden is het vrij eenvoudig om er iets aan te doen: iets minder eten, eventueel speciaal voer, en meer naar buiten om te rennen en te spelen volstaan meestal al.

Katten hebben een andere aanpak nodig. Een paar richtlijnen: zomaar de helft minder eten geven is geen goed idee, aangepast dieetvoer wel. Neem de tijd en bouw de porties geleidelijk af. Kan best even lastig zijn, zeker als je kat gewend is om de hele dag zelf te bepalen wanneer het etenstijd is. 

Toch blijkt uit onderzoek dat ze van vier keer per dag actiever en energieker worden. Volhouden is het toverwoord.

En hoe je die tevreden snorrende theemuts in beweging krijgt? Spelen, minstens twee keer per dag. Zelfs luilakken krijg je vaak wel in beweging als je wat brokjes rondstrooit. Of stop iets lekkers in zo’n speciaal balletje, waar ze eerst mee moeten spelen voor er eten uitkomt. En: het is misschien even wennen en de buren zullen vast reageren, maar een wandelingetje aan de riem is zo gek nog niet. Het is trouwens altijd een goed idee om advies te vragen aan de dierenarts voor je je kat op dieet slingert

Ik laat binnenkort wel weten wanneer het Dikke Dieren Dag is…