Lawaai negeren en genieten van de natuur

 

Wat maken we een lawaai met zijn allen, hè? Valt dat jou ook steeds meer op? Of word ik gewoon een dagje ouder? Of een zeurkous die niks meer kan hebben?

 

 

 

Vroeger leek het me een heel leuk idee als we in alle straten en op alle pleinen muziek zouden horen. Het leek me de ideale oplossing om de sfeer op straat mee te beïnvloeden.

 

We zouden er allemaal vrolijk van worden en daardoor elkaar laten voorgaan bij het instappen bij de bushalte, elkaar rustig laten oversteken op zebrapaden en elkaar groeten bij het passeren. Dat leek me echt fantastisch!

 

Maar toen waren daar ineens van die figuren met drillraps. En eerst dacht ik nog dat men daarmee groentewraps bedoelden die niet zo stevig waren. Zoals de drilpudding, maar dan in een rolletje. Wist ik veel dat dit ook over muziek ging.

 

Of nou ja… muziek… Je kunt erover twisten, natuurlijk.

 

En waar ik eerst wel bereid was om allerlei soorten muziek door de straten te laten klinken, leek me dat met van die drilldingen toch niet de ideale oplossing om de sfeer op straat mee te beïnvloeden. Bovendien kom je er geenszins boven de huidige decibellen van scootertjes mee uit, dus laat maar weer.

 

En ik moet eerlijk bekennen dat ik het, naarmate ik ouder word, ook weleens fijn vind om géén muziek te horen. Raar hè? Even een beetje stilte leek me ineens heel prettig, en dat had ik nooit van mezelf verwacht. Ik dacht dat ik immer in een soort staat van festivals zou willen leven, maar dat blijkt dus niet zo te zijn. Ik wil nu af en toe best even stilte beleven, nu ik wat langzamer over de wereld zwerf.

 

Alleen lijkt het wel of echte stilte niet meer bestaat. Vroeger viel het me niet meteen op als ergens geen radio aanstond, maar nu ik juist zoek naar die stilte is ie bijna nergens meer te vinden. Terwijl theoretisch gezien mijn gehoor al achteruit moet zijn gegaan, lijk ik nu meer geluiden op te vangen dan ooit.

 

Als ik het fluiten van een vogeltje zoek, wordt dat steevast overstemd door het gepiep van een achteruitrijdende vrachtwagen. Als ik de wind door de populierenbladeren wil horen ritselen, is er altijd wel iemand die keihard over straat schreeuwt. Als ik de regen op het platte dak wil gebruiken om mezelf in slaap te laten sussen, is er altijd wel ergens een festival met luide liveoptredens. En waar ik daar vroeger graag als de kippen bij was, krijg ik daar nu steeds meer last van.

 

Dus ja… ik word inderdaad zo iemand die ik vroeger een ouwe zeikerd vond. Dus probeer ik het tegenwoordig anders te benaderen! Als ik de hele nacht auto’s voorbij hoor razen (in onze straat waar vroeger nooit iemand kwam), dan probeer ik nu te doen of dat golven zijn.

 

Dan maak ik mezelf wijs dat ik aan zee lig en dat elke auto die aankomt voorbijraast als golven die komen en gaan. En soms lukt me dat ook.

 

Als ik wandel langs de provinciale weg, waar alle (op)nieuw geplante bomen helaas alweer zijn omgewaaid, probeer ik naar links te kijken waar nog een weiland ligt, en niet naar rechts waar een file staat. Ik negeer het stukje waar vervuilde grond wordt opgeslagen en doe daarna alsof ik langs natuurlijke bergen liep, in plaats van langs hoge hekken, met grote sloten erop, omdat daarachter iets levensgevaarlijks ligt.

 

En zo concentreerde ik me vorige week dus even vol op de ganzen die ik hoorde aankomen, en probeerde ik het vliegtuig dat ook over raasde te negeren. En dat lukte!

 

Het vliegtuig negeren dan. Want de ganzen lieten vlak boven mijn hoofd kledders vallen van ongeveer een halve meter doorsnede en echt… IK ZAT HE-LE-MAAL ON-DER!!

 

Ik liep dus te vloeken als zo’n drillrapper met moordneigingen, en ik hoop maar dat niemand me gehoord heeft en zich eraan stoorde.

 

En ehhhh… Sorry. Volgende keer zal ik weer stil zijn. Beloofd!

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke