Eindelijk voordeel van ouder worden

 

Het moest! Die ene boom die overwoekerd was geraakt door een klimop, en die veel te veel over de sloot was gegroeid, moest bijgewerkt worden.

 

 

En dan heb ik het niet over een trappetje pakken en wat takjes bijknippen, nee… dan heb ik het over een megaklus. Eentje waarvoor wij te oud zijn, en waarvoor wij dus een tuinman met helm, zekering, kettingzaag, een hakselaar op een dieplader, en een sherpa moesten aanrukken.

 

En zij kwamen, zagen (of is het hier zaagden?) en overwonnen. Ze verwijderden de meidoorn die in de weg stond, klommen toen in de veertig meter hoge boom en haalde die ongeveer achtentwintig meter naar beneden. Ook verwijderden de boomchirurg en ikzelf daarna nog wat aan de onderkanten van de ernaast gerezen dennen en daarna was het geschied… mijn tuin leek in niets meer op mijn tuin. Het gevoel in een oerwoud te wonen was compleet verdwenen, en ik zag achter ons landje ineens weer auto’s rijden, iets wat ik jaren niet meer had gezien. Ik wist natuurlijk wel dat er heel lang geleden een nieuwbouwwijk was neergezet, maar hoe die wijk er precies uitzag: ik had geen idee.

 

En nu dus wel. Ik hoor, zie, ruik en weet alles van de buren die achter ons aan de andere kant van de sloot wonen. En zij van mij. En dat vond ik twee weken reuzegezellig, maar daarna was ik wel weer uit-gegroet als ik een rondje door mijn tuin liep. Bovendien bleken de dichtstbijzijnde buren zo’n 36 keer per dag buiten een sigaretje of twaalf te verorberen – iets wat ik eerder nooit merkte, omdat het groen die wolken blijkbaar aan hun kant van de sloot hield – en toen heb ik de buren toch maar een laatste keer gegroet en gemeld dat we de boel weer gingen dichtgooien. Nog een laatste ‘dag, dag’ en toen twintig meter coniferengroen besteld van twee meter hoog.

 

‘We’ ll meet again, don’t know where, dont know when,’ zongen we toen we kuilen groeven alsof ons leven ervan afhing. En zo voelde het ook een beetje. Ik was helemaal vergeten hoe vies sigarettenrook eigenlijk was nu ik het zelf niet meer produceer en ik er op terrassen ook niet meer van een ander door in de wolken raak. Ik realiseerde me nu dat zo’n lockdown dus ook wel voordelen heeft! Het is eigenlijk best fijn dat iedereen er nu mee op zijn eigen perceeltje blijft, en ik heb dus snel een soort loopgravenoorlog in gang gezet om mijn eigen perceeltje weer rookvrij te krijgen. Ik schepte gaten en geulen om de boel weer op te kunnen vullen, en keek enorm uit naar het eindresultaat.

 

Maar ehhh… dat viel nogal tegen. Twee meter hoog lijkt leuk als de boompjes buiten op het gras staan, maar als je de kluit dan in de grond stopt, komt ineens het rokende hoofd van de buurman er weer bovenuit.

 

‘Hallooooo!’ roept hij dus weer vrolijk als hij staat te paffen. En ik zit aan de andere kant in lotushouding tegen mijn boompjes te murmelen. Praten tegen planten schijnt te helpen, dus je weet maar nooit. Ik geef ze water en lees ze voor, in de hoop dat ze sneller gaan groeien. Ik kijk ze omhoog, zeg maar. Ik aai ze in de hoop dat ze hun best voor me gaan doen, en ik denk elke millimeter vooruitgang te detecteren.

 

Bovendien heb ik me voorgenomen om nooit meer een boom uit te dunnen, lager te snoeien of neer te halen. Want het duurt nog zeker tien jaar voordat het hier weer ongeveer lijkt op wat het ooit was. Het enige wat nu nog mag gebeuren is het aanleggen van een rollatorpad, want lopen in mijn oerwoud zál ik weer!

 

O, maar wacht!… Dat kan dus wel eerder nu de bomen weer wat groeien en ik zelf al een beetje krimp!

 

Hè, hè, eindelijk een voordeel gevonden van ouder worden. En dus van krimp.

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke