4x voedselmythes die een diëtist graag doorprikt
Onze lieve collega’s van FavorFlav hebben van eten hun vak gemaakt. Je moet bij deze lekkerbekken zijn voor de beste recepten, geinige weetjes en de laatste eettrends. Willen wij natuurlijk ook van op de hoogte zijn. Vandaag: 4x voedselmythes die een diëtist graag doorprikt.
Wij hebben er dan ook niet voor doorgeleerd, maar delen wel graag waar je het lekkerste broodje kip scoort, hoe je het handigst een lading cocktails voorbereidt, of wat je met gebruikte theezakjes kan doen. Maar als je met een diëtist in gesprek gaat over eten, moet je niet aankomen met deze vaak geloofde voedselmythes…
Want zij maakt zich zorgen dat omdat er zoveel feiten en fabels over eten de ronde doen, mensen dingen gaan geloven die echt een groot effect op hun voedingspatroon kunnen hebben. En niet op een goeie manier. Daarom zet Lottie Savage, die een bachelorgraad in diëtiek heeft, voor de BBC graag een aantal onzin-aannames op een rij, zodat we op een verstandigere manier met eten omgaan.
‘Koolhydraten zijn slecht’
Savage maakt onderscheid tussen drie typen koolhydraten: suiker, zetmeel, en vezels. Alles daaraan is verschillend, van hoe de interactie met je lichaam is tot hoe ze omgezet worden in suikers en andere voedingsstoffen. Kort gezegd is het heel vreemd om brood te laten staan maar wel een AA’tje te drinken. Koolhydraten heb je nodig omdat ze de belangrijkste toevoer van energie zijn, maar het is wel belangrijk dat je ze kiest in vormen die ook andere voedingsstoffen en vezels leveren. Zoals volkoren brood en pasta en zilvervliesrijst, en natuurlijk fruit en groente.
‘Alle calorieën zijn toch hetzelfde’
Dit hoort ze vaker: ‘of ik nou een banaan eet of een klein stukje chocola – ik krijg er toch evenveel calorieën mee binnen’. Zucht… Ja, het klopt dat je in beide gevallen zo’n negentig calorieën binnenkrijgt. Maar met het stukje krijg je ook een lading verzadigd vet mee dat je cholesterol opstuwt en een dot suiker waardoor je na de aanvankelijke suikerpiek een dip krijgt en vervolgens weer honger. Ter vergelijking: die banaan zal door de vezels die het bevat z’n suikers langzamer afgeven waardoor je bloedsuiker minder hard piekt en daalt en je langer vol zal zitten. En daarbovenop zitten er ook nog belangrijke vitamines en mineralen in die banaan. Ook raadt ze aan ‘in’ voedingsstoffen te denken en niet in calorieën, om zo je omgang met voedsel minder negatief te beïnvloeden.
‘Natuurlijke suikers zijn goed voor je’
Agavesiroop, ahornsiroop en honing worden door mensen vaak ten onrechte gezien als gezond, stelt Savage. Toegegeven, sommige van deze natuurlijk alternatieven voor geraffineerde suiker van suikerbieten kunnen iets meer micronutriënten bevatten, maar die aantallen zijn verwaarloosbaar. Honing wordt vaak in ruime hoeveelheden gebruikt in ontbijtrepen en tussendoortjes, en die dingen worden dan ook ten onrechte als gezond gezien. Zoals ook onze eigen Martijn Katan (biochemicus en hoogleraar in de voedingsleer) heeft gezegd in De Volkskrant: je darmen hebben geen oogjes. Suiker is suiker.
‘Puntjepuntjevrije producten zijn gezonder’
Er zijn mensen die denken dat een glutenvrij koekje gezonder voor ze is dan een pennywafel. Maar als je geen vastgestelde voedselintolerantie of -allergie hebt, heb je eigenlijk niks te zoeken in het supermarktschap met dieet- en ‘speciale’ producten. Een pennywafel is natuurlijk ook niet goed voor je maar vergis je niet: veel van de producten die in het ‘glutenvrije’ of ‘lactosevrije’ schap liggen, zijn sterk bewerkt. Liever eet je zo min mogelijk bewerkte producten.