Wieke over duiven en katten

 Even wennen weer hier in Nederland met die dikke dieren in je tuin.

 

We zijn een week terug uit Zambia en we ontbijten buiten. Dat kan zomaar in april. Op het gras scharrelt een duif. ‘Dat beest is obees’, merkt man op. Hij waggelt op zijn dunne pootjes om dat zware lijf, weldoorvoed met wormen en ander lekkers, in evenwicht te houden. Elke dag komen er drie katten langs, die vinden dat onze tuin niet van ons is. Hier loopt hun route en daar wijken ze niet van af. Ik vind het gezellig, die katten op bezoek. Wel vangen ze af en toe een duif en die demonteren ze waar je bij staat.

 

Mijn gedachten flitsen terug naar Zambia, zoals vaak na onze thuiskomst. Naar de duiven die daar voor de consumptie worden gehouden. Onze obese duif is twee keer zo dik als die slanke dennen ver weg. Ik kreeg ooit een duif cadeau, in een doosje.  Zou ik hem loslaten, dan zou hij terugvliegen naar de gevers, dus dat kon niet. Ik gaf hem weg, aan iemand die een duiventil had. Een week later vroeg ik hoe het met ‘mijn’ duif was. Uh…nou…de duif was helaas niet meer onder ons. Een doodzieke kennis in het ziekenhuis had gesmuld van de duivensoep en was nu helemaal beter. Dankzij mijn cadeauduif.  ‘Als je zo ziek bent moet je duivensoep en duivenvlees eten,’ beweerde onze vriend met de duiventil.

 

 

Probleem opgelost. Niet het probleem van mijn dochter. Zij heeft een hele leuke kat. En een achterbuurman die duiven voert in zijn tuin. Op de grond. De leuke kat komt daar elke dag op visite en sleept dan een weldoorvoede duif mee naar huis, want die weet natuurlijk ook hoe heilzaam het eten van een duif is.  Buurman over de zeik. Hij schrijft een boze brief, waarin staat dat hij die rotkat iets zal aandoen als het niet snel afgelopen is. Maar hoe voed je een kat op? Een kat doet ja in je gezicht en nee achter je rug.  Dochter zit ermee. Want de kinderen zijn gek met het dier en hem binnenhouden werkt niet, een bandje met een bel evenmin. Toen hij met schuim om de bek thuiskwam, verdacht ze de buurman. Iedereen weet dat je vogels alleen in de winter moet voeren, maar boze buur denkt daar anders over.

 

Dochter heeft een moeder die graag in oplossingen denkt. Ik vond twee plantjes: wijnruit en de vuurwerkplant. De man van het tuincentrum zei dat als een kat ze ruikt, hij nooit meer terugkomt. Nu is ze dus met die plantjes naar de boze buurman. Benieuwd of buur en zij elkaar nu verzoeningsgezind in de armen vallen. Als het lukt, solliciteer ik bij de Rijdende Rechter.

 

 

 

 

Door Wieke Biesheuvel

 

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.