Pecan Karameltaartjes

Deze taartjes zijn lekker op elk moment van de dag. Ze zijn romig, zoet en knapperig en hebben een warme, rijke smaak. 

 

In restaurant De Scheepskameel in Amsterdam serveren ze deze beauties als afsluiter van een diner, maar wij zouden ze ook als ontbijt, tussendoortje of als lunchdessert eten.

 

De patissier van De Scheepskameel, Steven Burggraaf, gebruikt altijd aluminium wegwerpbakjes (van 10 cm doorsnede en 1,7 cm hoog), maar je kunt ook prima andere bakvormpjes van ongeveer dezelfde grootte gebruiken. Deze zijn in ieder geval perfect.

 

Dit heb je nodig Voor 10 personen

  • 300 gram pecannoten

 

Voor het deeg

  • 100 gram boter (op kamertemperatuur)
  • 250 gram bloem
  • 125 gram poedersuiker
  • 1 ei
  • 1 tl zout

 

Voor de karamel

  • 225 gram suiker
  • ¾ dl  water
  • 20 gram glucose (of honing)
  • 1,5 dl room
  • 40 gram boter
  • 1 tl zout

 

Zo maak je het

Verwarm de oven voor op 160 graden. Spreid de pecannoten uit over een bakplaat en bak ze ongeveer zeven minuten.

Deeg
Meng de boter, de poedersuiker en het ei met een deeghaak. Als je niet over zo’n haak beschikt, doe je het gewoon met je handen. Nadat deze ingrediënten goed gemengd zijn, doe je de bloem erbij. Doorkneden tot een egaal geheel. Laat het deeg minimaal een half uur rusten in de koelkast. In deze tijd kun je de bakjes even licht met boter invetten. 

 

Rol het deeg uit met een deegroller op een schoon, met bloem bestrooid oppervlak tot ongeveer 3 millimeter dikte. Steek rondjes uit van tien centimeter doorsnede en leg de rondjes in de bakjes. Bak het deeg nu vijftien minuten ‘blind’ op 160 graden. Blind bakken doe je door over het deeg een bakpapiertje te leggen en daar bovenop een half kopje rauwe droge erwten of rijst te strooien. Haal na 15 minuten het bakpapier en de erwten of rijst van het deeg af, en bak nog ongeveer vijf minuten op dezelfde temperatuur tot het deeg mooi bruin is. Ziet het deeg nog een beetje bleek? Bak dan nog een paar minuten langer.

 

 

De koekbakjes zijn nu klaar. Doe in elk bakje ongeveer 30 gram pecannoten.

 

Karamel
Zorg dat je een pan gebruikt met een dikke bodem. Liefst een steelpan waarmee je kunt gieten. Doe de suiker, het water en de glucose of honing in de pan. Glucosestroop kun je kopen bij de toko. Als je honing gebruikt is de kans dat de karamel versuikert en korrelig wordt groter. Verwarm het geheel op hoog vuur tot een donkerbruine kleur. Zet het vuur laag en voeg voorzichtig de room toe. Al roerend aan de kook brengen. Dan de boter en het zout erbij en verder doorkoken. Goed blijven roeren.

 

Het is handig om een ‘test’ te doen om te kijken of je karamel de juiste dikte heeft. Je doet dit door een lepel karamel op een bord te doen: als de karamel niet meer uitloopt, is ‘ie goed. Loopt ‘ie nog uit? Dan moet je ‘m nog wat verder doorkoken.

 

Doe de karamel eventueel snel over in een maatbeker en giet op alle pecantaartjes zoveel als nodig – tot de nootjes net onder staan.

 

Serveren
Zorg dat de taartjes goed zijn afgekoeld voor je ze serveert.

 

Bewaren
Taart overhouden is onwaarschijnlijk want ze zijn verrukkelijk, maar mocht het tóch het geval zijn, bewaar ze dan in een goed afgesloten doos buiten de koelkast.

Eet smakelijk!

Door redactie Franska