Weet ik daardoor dus niet zeker, want ik ben vaak wel zo aardig dat ik mensen vraag of er iets is dat ze liever niet eten, maar knoflook… sorry…dat wil ik niet weten. Kreeg ooit wel te horen van een oom dat ie dan wel bij ons wilde eten maar absoluut geen knoflook at. Maar sorry hoor. Een heel klein teentje heel goed verwerkt… Als het er echt in hoort… doewie.
M’n grootste compliment was, dat ie het recept wilde hebben. Toen heb ik maar heel voorzichtig verteld wat erin zat, voordat ie er thuis op het papiertje achter zou komen. En z’n knoflook-aversie was als sneeuw voor de zon verdwenen.
Ik begrijp het wel hoor. Vaak denk je aan van die bakken witte shoarma-saus, of een met veel te veel vers geperste knoflook gemaakte dipsaus, waardoor je de hele volgende dag met een soort verwrongen mond rondloopt en met niemand meer kunt praten, zonder dat er een walm uit je mond komt. Ik ken het nog wel uit de studententijd. Geen lolletje. Als je zo kookt zijn er meer dingen die niet populair zijn, maar een heel zachtjes meegesudderd klein teentje? Dat kan echt iedereen hebben. Probeer maar gewoon uit. Weet je, eigenlijk heb ik best zin om gewoon helemaal nooit meer iemand te vragen wat ie niet lust.
Er zijn ook mensen die geen paprika eten. Tot ze bij mij m’n favoriete paprikasoep geproefd hebben. En maar niet willen geloven dat het paprika is. Best grappig.
Ook proeven?
Dit heb je nodig
- 600 gram rode paprika’s, geroosterd, ontveld en in stukken gesneden
- 30 gram boter
- 1 fijngesneden ui
- 1 teentje knoflook in kleine stukjes
- 1 liter kippenbouillon
- 1 steranijs
- Paar takjes dille
Zo maak je hem
De ui 10 minuten heel zachtjes laten sudderen in de boter. Daarna de paprika en de knoflook toevoegen en nog 10 minuten zachtjes laten mee-sudderen. Dan gaat de bouillon erop en voeg je de steranijs toe. Na ongeveer 20 minuten op zacht vuur koken kan de steranijs eruit en pureer je de soep. Je serveert hem met een toefje dille in het midden.
Eet smakelijk!