Zeg maar gewoon NEE
Zeg maar nee tegen dat wat je niet wilt, wat je niet kunt, waarvan je ongelukkig wordt… want anders zegt je lichaam het namelijk voor je en word je ziek. Het is nogal wat om dat te beweren, vindt Lisette, als ze het boek van een Amerikaanse arts leest, maar er zit natuurlijk wèl wat in…
Meer dan vijftig jaar geleden maakte Wim Sonneveld furore met zijn lied ‘Zeg maar ja tegen het leven… Anders zegt ‘r het leven nog nee’. Het was een ultrakorte samenvatting van positief denken. Zeg maar ja: sta open, omarm, accepteer, doe mee. Het glas is halfvol. Enzo.
Misschien is nee zeggen minstens even zo belangrijk. Zeg maar nee tegen dat wat je niet wilt, wat je niet kunt, waarvan je ongelukkig wordt… want anders zegt je lichaam het namelijk voor je. Tenminste dat zegt de Amerikaanse palliatief arts Gabor Maté in zijn boek ‘When the Body Says No’, over het verband tussen stress en ziek worden. Kort samengevat: de meeste ernstige zieken die hij in zijn beroepsleven heeft gezien konden geen nee zeggen tegen te hoge eisen en verwachtingen van hun geliefden, bazen, vrienden. Ze onderdrukten hun emoties, verlangens en behoeften om maar niet afgewezen te worden. En toen zei hun lichaam nee.
Zodra je ziek wordt, schrijft Maté, zou je je moeten afvragen: wat zegt deze ziekte over mijn verleden, en wat zou mij in de toekomst helpen?
‘Om beter te worden’, stelt hij, ‘is het essentieel dat je genoeg kracht verzamelt om ook negatief te denken. Negatief denken is niet hetzelfde als somber en pessimistisch naar de zaken kijken en dat realisme noemen. Het gaat er om dat je durft te kijken naar wat er niet werkt. Wat is uit evenwicht? Wat heb ik genegeerd? Waartegen zegt mijn lichaam nu nee? Als je jezelf dat niet afvraagt, blijft de stress die ons uit evenwicht heeft gebracht verborgen.’
Hij vertelt het ene verhaal na het andere over zieke mensen die het gevoel hadden dat ze alleen maar bestaansrecht hadden als ze veel meer gaven dan ze eigenlijk konden. En hij lardeert dat met wetenschappelijk onderzoek, waarbij hij nogal gedurfde conclusies trekt. Zo denkt hij dat er veel vrouwen zijn die eigenlijk te veel geven in hun huwelijk, te veel ja zeggen: ‘De partner die meer eigen behoeften moet onderdrukken ter wille van de relatie wordt eerder ziek – vandaar ook dat er meer vrouwen zijn dan mannen die een auto-immuun ziekte krijgen of een vorm van kanker die niet door roken wordt veroorzaakt.’
Nee kunnen zeggen leer je als kind als er voldoende ruimte was voor jou en je behoeften. ‘Geen van de volwassenen die ik voor dit boek interviewde’, schrijft Maté, ‘hadden als kind iemand bij wie ze terecht konden als ze verdrietig, overstuur of boos waren.’
Ik vind het nogal wat. Schokkend, eigenlijk. Het doet me denken aan prof.dr. Marco de Vries, die ik ooit interviewde. Hij wilde eigenlijk hetzelfde als Gabor Maté: onderzoek doen naar de relatie tussen stress en ziek worden. Maar hij is daarmee gestopt, omdat het in die tijd – twintig, vijfentwintig jaar geleden – nog niet kon. Te veel mensen werden boos: ‘O, dus je beweert dat het mijn eigen schuld is dat ik kanker heb?’ Wat hij natuurlijk helemaal niet beweerde. Of ze verwachtten dat hij nu ook voor een wonderbaarlijke genezing kon zorgen. Wat hij natuurlijk helemaal niet kon.
Hij zei tijdens het interview dat het er om ging dat je hardop kon zeggen: ‘Ik mag er zijn.’
‘Kun jij dat?’ vroeg hij onverhoeds en ik probeerde het. Er kwam een gek gepiep uit mijn keel en ik schaamde me kapot.
Toen was ik halverwege de dertig. Inmiddels kan ik het echt wel zeggen, ‘Ik mag er zijn’. Het heeft heel wat therapie gekost, maar ik kan het hoor, in alle toonaarden zelfs, hardop, fluisterend, zingend, schreeuwend, lachend, huilend, wat je maar wilt.
Nu nog even leren nee zeggen.
Lisette Thooft noemt zichzelf ‘lijf- en schrijfcoach’. Ze schrijft al jaren voor vrouwenbladen en spirituele tijdschriften en is auteur van 17 boeken over persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast is ze singer-songwriter, in opleiding tot rebalancer, moeder en grootmoeder.
www.lisettethooft.nl