Dag van de maten

 

Nee, schrik niet, dit gaat niet over lichaamsmaten. Mijn eerste reactie was ook: gaan ze me nu weer vertellen hoeveel ik mag wegen? Dat bepaal ik zelf wel.

 

Maar het gaat over de maten zelf, oftewel de meeteenheden. Met als streven om deze over de hele wereld gelijk te krijgen. Ik weet niet of jij weleens kookt uit een buitenlands kookboek, maar ik haak meteen af bij de meeteenheden. Een ounce, 300 lbs. Voor mij reden om het boek meteen weg te leggen. En wat voor weer is het in vredesnaam als het ergens 85 Fahrenheit is? Wat ís dat voor eenheid? Omdat ‘ze’ er vandaag ongetwijfeld nog niet uitkomen (is er al een akkoord over de zomer- of wintertijd trouwens?) zet ik de termen die er bij mij maar niet in willen nog eens op een rij. Met de betekenis, wel zo handig.

  • 1 pinch (snufje) = 0,5 gram
  • 1 dash (3 druppels) = 1,25 gram
  • 1 teaspoon (tsp) (vloeibaar) = 5 gram
  • 1 tablespoon (tbsp) (3 tsp) = 15 gram
  • 1 ounce (oz) = 28 gram
  • 1/2 pound = 225 gram
  • 1 pound (lb) = 450 gram
  • 2 pounds = 900 gram
  • 1 quart (qt) = 9,5 dl
  • 1 pint (1/2 quart) = 4,75 dl
  • 1 pint (pt) = 2 cups
  • 1 cup = 2 dl
  • 1 cup (vast) = 225 gram, ca. 16 eetlepel

 

Dan moet je er ook nog rekening mee houden dat de Amerikaanse en de Engelse theelepels groter zijn dan die van ons.  Dan heb je nog de springvorm. 1 inch is 2,45 centimeter.

 

Nu we toch bezig zijn:

  • 1 foot = 30,48 centimeter
  • 1 mile = 1.6 kilometer

 

Dan was daar nog het fenomeen Fahrenheit. Een druk op de knop en je begrijpt het, zo dacht ik. Net als bovenstaand. Net even anders, maar dat kan. Tot ik dit vond op Wikipedia.

 

Fahrenheit is een temperatuurschaal, bedacht door Gabriel Fahrenheit. Volgens een artikel dat Fahrenheit zelf schreef in 1724, is zijn schaal gebaseerd op drie referentiepunten. Het nulpunt werd verkregen door de thermometer in een mengsel van ijs, water en ammoniumchloride (een zout) te plaatsen. Dit was in die tijd een veel gebruikte methode om een lage temperatuur te krijgen. Het tweede referentiepunt, 32 °F, vond hij door de thermometer in zuiver water te plaatsen waarop ijsvorming plaatsvond (het vriespunt van water). Het derde en laatste referentiepunt, 96 °F, werd bepaald door de lichaamstemperatuur van een gezond persoon, gemeten in de mond of onder de oksel. Op die manier bedroeg het verschil tussen het smeltpunt van ijs (32 °F) en de lichaamstemperatuur (96 °F) 64 graden, wat hem toeliet zijn schaal op zijn instrumenten aan te brengen door het interval 6 keer in tweeën te delen. Water kookt op 212 °F. Dus 212 Fahrenheit is ongeveer 100 graden Celsius.

 

 

Nou, lieve Franska-vriendin. Ik ben heus naar school geweest vroeger, maar die Fahrenheit, die had ontzettend aan de absint gezeten toen hij dit bedacht. Ik zou zeggen aan de hoge dames en heren van de matencommissie: allemaal stemmen op Celsius. Daar kan toch niemand op tegen zijn?

 

Door: Pleuntje van der Horst