Biesheuvel bbbibbert in haar bbbed

 

Wieke staat bekend als stoer en niet bang. Maar dat is een fabeltje. In ieder geval ’s avonds. Als ze alleen thuis is. En naar Opsporing Verzocht heeft gekeken.

 

Ik zou het niet moeten doen. Waarom ik het toch steeds doe? Uit nieuwsgierigheid. En spijt dat ik dan een paar uur later heb!

 

Van wat? Van het kijken naar Opsporing Verzocht. Dat moet je gewoon niet doen als er niemand thuis is. ’s Nachts is alles veel verschrikkelijker dan wat Anniko van Santen laat zien. Ik sta bekend als stoer en niet bang. Nou, dat is een fabeltje. Of nee, niet helemaal. Dat stoer en nooit bang zijn geldt wel overdag. Maar wordt het donker? Dan bbbibbert Biesheuvel in haar bbbed.

 

Elk kraakje hoor ik. Ik weet zeker dat dit voetstappen op de trap zijn. Dáár zul je de Roemenen hebben, denk ik dan, die komen mij beroven. Ze zullen mij bloedend achterlaten en pas na de twintigste messteek kom ik om het leven en het zal een week duren voordat ik word gevonden.

 

Dan ontdek ik dat mijn tas nog beneden staat en die mogen de ze absoluut niet hebben

 

Jullie zouden me moeten zien als ik naar bed ga, op zo’n avond na Opsporing Verzocht. Voordeur op het nachtslot. Alarm instellen. Telefoon opgeladen naast mij in bed neerleggen, zodat ik onmiddellijk 112 kan bellen. Slaapkamerdeur op slot. Om dan te ontdekken dat mijn tas nog beneden staat en die mogen de Roemenen absoluut niet hebben. Vul voor Roemenen overigens alle nationaliteiten maar in, anders krijg ik daar misschien last mee en boeven heb je overal – maar ik heb recent een bloedstollend verhaal over Roemenen met messen gehoord. Vandaar.

 

Dus alarm weer uit, tas ophalen en gauw de slaapkamerdeur op slot doen. Wéér kraakjes. Rechtop in bed. Gespitste oren, bonzend hart. Een oorverdovende knal. Sodeju, dat zijn idioten met vuurwerk. Het is pas halftwaalf en ik moet de hele nacht nog door met mijn fobie.

 

Ik val uiteindelijk in slaap en droom afschuwelijk. Je zou denken: het mens zal toch voortaan wel wijzer wezen dan naar dat enge programma te kijken. Maar wie zat er dinsdagavond weer voor de buis? Juist. Omdat ik zomaar degene zou kunnen zijn die het misdrijf oplost.

 

Maar het allerergste afgelopen dinsdag: de hele wereld had gewoon van je domtidomtidom naar binnen kunnen lopen omdat het raam in mijn werkkamer op een minuscuul kiertje stond.

 

Ach, straks ben ik weer in Zambia, daar hebben we geen televisie en daar is altijd iemand thuis. Ik doe daar niet eens de deur op slot. Het enige paranoïde trekje dat ik daar ook heb, is dat mijn tas mee naar bed moet. Beter die tas dan een vreemde vent. Toch?

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.