Zullen we die lockdown er lekker in houden?
Drukke winkelstraten, volle terrassen, uitverkochte festivals, het lijken dingen uit een ander leven. En het gekke is, het went. Annemijn heeft in elk geval helemaal geen zin meer in hordes mensen. Dus laat die versoepelingen maar zitten.
Vanochtend fietste ik door de bollenstreek. Langs velden met bloeiende narcissen en hyacinten, langs bijna ontluikende tulpen en langs de Keukenhof. Waar er normaal gesproken rond deze tijd hordes mensen selfies staan te maken in een bollenveld, er een onafgebroken rij campers in de bermen staat geparkeerd en ik bij het kruisen van de toegangsweg naar de Keukenhof al regelmatig ternauwernood een aanrijding wist te voorkomen, was er nu niemand.
JE LEEST HET GOED: NIKS, NIEMAND, NOBODY.
Ik stapte even af en maakte een foto van de kleurenpracht. En ik bedacht me hoe bijzonder dit is. En hoe fijn ik het eigenlijk vind dat het zo uitgestorven is buiten. Maar daarin schijn ik geloof ik een soort van uitzondering te zijn. Ik las dat de Keukenhof bij wijze van proef dit weekend drie dagen open is. En dat er een run is ontstaan op tickets en de daarbij vereiste sneltesten. Nederland verveelt zich en staat te trappelen om zich in het vermaak te storten, zoveel is duidelijk.
Even los van het feit dat de Keukenhof een totaal onsexy uitje is – ik stel me luid kakelende, kortpittige vrouwen van middelbare leeftijd en ouder voor, op een afstandje sjokkend gevolgd door hun ongeïnspireerd uit hun ogen kijkende mannen – wie heeft er nou zin om zich te laten testen om vervolgens in een anderhalvemeteroptocht langs die bloemperkjes te schuifelen? Is dat nou fun?
MIJN VENT STELDE VOOR OM NAAR EEN CONCERT VAN EEN BAND TE GAAN MET ZO’N ZELFDE OPZET. JE MOET DAN WEL AAN JE TAFELTJE BLIJVEN ZITTEN. EH, LAAT MAAR.
We kregen er bijna ruzie over.
Hij: “Maar we zijn al zo lang niet meer naar een concert geweest. Leuk toch?”
Ik: “Ja, het idee om naar een concert te gaan is wel leuk, maar dan wil ik dansen en dat kan niet.”
Hij: “Wat zeur je nou zeg, we zitten al maanden avond aan avond op de bank. Wil je niet weer een keer lekker losgaan?”
Ik: “Losgaan? Op anderhalve meter aan een tafeltje? Voor 30 euro per persoon?”
Hij: “Oh is dat het, je vindt het te duur.”
Ik: “Ja, en ik ben bang voor corona. Laten we er maar over ophouden.”
De waarheid? Ik heb helemaal geen zin meer in al die mensen. Ik kijk niet uit naar versoepelingen die ervoor zorgen dat we binnen de kortste keren weer last krijgen van fomo. Ik wil niet meer van alles moeten reserveren omdat ik anders achter het net vis. Ik wil fietsen over stille wegen, afstappen voor een foto en dan ’s avonds lekker saai met mijn vent op de bank zitten.
Ik ben een beetje gewend geraakt aan mijn sociale isolement en aan de rust die over de wereld is neergedaald. Ik wil stiekem dat dat altijd zo blijft.
Door: Redactie Falder