Zeg maar dag tegen je coupe corona
Zeven miljoen mensen hebben gisteren naar de persconferentie gekeken waarin Mark Rutte weer een aantal vrijheden aankondigde.
Vrijheden waar we aan de ene kant zo naar verlangen en die ons tegelijkertijd ook een beetje angstig maken. Want wat als het virus weer oplaait? En de IC’s over twee weken weer volstromen? Zijn we dan weer terug bij af?
Is anderhalve meter afstand echt voldoende nu we bijna weer naar het terras mogen, naar de bioscoop, het theater en uit eten in een restaurant? Ik kan niet wachten weer een glas wijn te drinken op een zonnig terras, uit eten te gaan met vrienden en familie en een bezoek aan de schouwburg te brengen voor een prachtige voorstelling. Maar weet je waar ik stiekem nog het allermeest naar uitkijk? Naar een bezoek aan mijn vaste kapper. En dat staat al met koeienletters gemarkeerd in mijn agenda.
Want ja, ook dat mag weer. Vanaf 11 mei mogen kappers, schoonheidsspecialisten, nagelstylisten en andere mensen met contactberoepen weer aan de slag. Alleen op afspraak en alleen als je geen gezondheidsklachten hebt die zouden kunnen duiden op coronabesmetting. Zodra Rutte gisteren had verteld dat we weer professioneel de schaar in onze haren mogen laten zetten in plaats van onze partners op hoop van zegen te instrueren de dode punten eraf te knippen, dat we onze haren in de krul kunnen laten zetten en we onze uitgroei niet langer thuis hoeven bij te werken, stroomden de berichten op mijn telefoon binnen. Van collega’s en vriendinnen die in hoofdletters en met emoticons van toeters en balonnen appten dat ‘coupe corona’ binnenkort verleden tijd is. Alsof het een soort Bevrijdingsdag was voor onze kapsels. Er is licht aan het einde van de tunnel. Nog heel even en die grijze haren, uitgroei, lange slierten en dode punten zijn weer verleden tijd.
Ja ja, ook ik heb mijn afspraak al staan. Twee weken geleden stuurde mijn kapper een mail naar hun vaste klantenbestand dat we alvast een plekje konden reserveren ‘voor het geval dat’. Nou dat liet ik me geen twee keer zeggen; volgende week dinsdag – als de kinderen ook weer een dagje op school zijn – zit ik om 09.00 uur in de kappersstoel. Droom ik vijf minuten weg tijdens het harenwassen, geniet ik van die overheerlijke cappuccino die ze er altijd schenken met een klein stukje boterkoek (ook al jaren hetzelfde) erbij, klets ik bij met mijn favoriete kapster en ga ik geknipt, gekleurd, geföhnd en gekapt met een ‘coupe-après-corona’ weer naar huis. Waar een mens al niet blij van kan worden.