Wij van de HBS, ik zie alle leraren weer zo voor me
Een paar jaar geleden liep ik langs dat gebouw in Alkmaar en deed, móest doen wat ik al zo’n duizend keer eerder had gedaan: ik ging naar binnen.
PAARDENMARKT 1, RHBS, ALKMAAR, IK ZAT DAAR OP SCHOOL.
Het is allang geen school meer, in het monumentale gebouw is nu een advocatenbureau gevestigd. Eenmaal binnen meteen weer zestien jaar oud, ik werd door alles en iedereen uit die jaren besprongen: leraren met trekjes, dat meisje, die conciërge, de jongen uit mijn klas die dood ging. Niet alles was gesloopt en veranderd, de glas-in-loodramen waren er nog en ook het hart van het gebouw, het indrukwekkende trappenhuis, had zich niet laten stroomlijnen. Ik ging op de trap zitten, trede drie en liet de teugels vieren.
MENEER HUT, MIJN LERAAR WISKUNDE. MENEER BARTEN, LERAAR STEREOMETRIE. MENEER SCHEEPENS, LERAAR NEDERLANDS.Al die vroegere Paardenmarkt-leraren, maar ook de onderdompeling op trede drie van een paar jaar geleden, gingen gisteravond op herhaling. Ik las het boek ‘Wij van de hbs’ en zat meteen weer op die trap. Meneer Schilstra, leraar Engels, laat mij weer neuriën. Vaak begon hij de les op een bijzondere manier: klassikaal werden er Engelse liedjes gezongen. Van ‘My Bonnie is over the Ocean’ ken ik nog alle coupletten. Ook voor het vak Muziek kregen we een cijfer. Meneer Jonker keek tijdens de les wie er langduig geïnteresseerd naar Bach luisterde en wie niet. Een klein gaapje en je zat op een 5. Meneer Scheepens, onze leraar Nederlands, de Brabantse streekromanschrijver Har Scheepens, was de alleraardigste: we mochten zelf ons dictee nakijken! Meneer Barten(stereometrie)had twee aquaria in zijn lokaal. Zijn liefhebberij. Wat we wel wisten maar vergaten: bij een proefwerk stond hij met zijn rug naar de klas zijn visjes te observeren, ondertussen betrapte hij iedere afkijker via de weerspiegeling van het aquarium.
IK ZOU OVER ELKE LERAAR EEN VERHAAL KUNNEN SCHRIJVEN, HET BOEK ‘WIJ VAN DE HBS’ KUST ALLES WAKKER. IK MOET KIEZEN EN KIES VOOR MENEER HUT, LERAAR WISKUNDE.
Zeer toegewijd, zeer speels. Tegen elke nieuwe klas zei hij aan het begin van de eerste rekenles: ‘We beginnen eenvoudig. Hoeveel is éen plus éen?’ ‘Twee!’. ‘Fout’, zei Hut. Hij pakte een krijtje en begon op het schoolbord te krabbelen. Met veel ogenschijnlijk simpele berekeningen bewees hij: 1+1=3. Kwestie van verneukeratieve aannames(veel a-kwadraat en b-kwadraat en de wortel-uit), waar voor jochies van dertien geen speld tussen te krijgen was.
Ik overdenk al die kleurrijke lesgevers. En natuurlijk ook dat overtuigende rekenstuntje van Hut. In het vroegere rekenlokaal, derde deur van rechts, pal aan de Paardenmarkt, houden nu drie advocaten kantoor. Niet eens zo raar. Hut zou een uitstekende advocaat zijn geweest.