‘Wij mogen niet meer op onze kleinzoon passen’

Tineke en haar man mogen niet meer op hun kleinzoon passen, alleen maar omdat ze een leuk dagje uit hadden geregeld.

 

 

‘’Natuurlijk kunnen wij op Teun passen’, zei ik toen onze schoondochter Laura van de week belde. Ze moest onverwacht extra werken en haar moeder kon die dag echt niet. Ik was dolblij dat mijn man en ik eindelijk de kans kregen om wat meer tijd met onze kleinzoon door te brengen. Teun is inmiddels een blije baby van zeven maanden, maar erg vaak hebben we nog niet op hem mogen passen. Laura heeft blijkbaar meer vertrouwen in haar eigen moeder dan in ons maar we kunnen haar niet dwingen om de zorg voor Teun ook eens aan ons over te laten.

 

We zouden die dag eigenlijk een bezoekje brengen aan mijn moeder, die 100 kilometer verderop in een verzorgingshuis woont. ‘Nou,’ zei mijn man, ‘dan nemen we Teun toch gewoon mee, dat vindt je moeder vast prachtig.’ Want Omi had Teun alleen maar gezien toen hij net geboren was en ze even op kraamvisite mocht komen. Dus zetten we Teun achterin de auto, namen we de luiertas en voldoende voeding mee en gingen we op pad.

 

Omi vond het inderdaad geweldig om haar achterkleinzoon te zien en hem de fles te geven. Ze was zo trots als een pauw toen we met Teun door de gangen liepen en de andere bewoners aan haar vroegen wie dat vrolijke baby’tje was. Aan het einde van de middag stapten we weer in de auto zodat we op tijd terug zouden zijn voordat Laura uit haar werk zou komen. Maar door onverwachte drukte op de weg moesten we omrijden en waren we later terug dan verwacht.

 

Teun was inmiddels wakker geworden en had blijkbaar honger want hij lag jengelend in de Maxi-Cosi. Toen we voor de deur parkeerden kwam Laura al naar buiten gerend. Ze trok het achterportier open en haalde Teun uit de auto. Toen we de Maxi-Cosi en de luiertas naar binnen wilden brengen zei ze dat we ze maar in de gang moesten zetten en liep ze met Teun naar boven. Omdat we een eetafspraak met vrienden hadden riep ik nog naar haar dat we weg moesten en nog wel even zouden bellen maar ze reageerde niet.

 

Later die avond kreeg ik een appje van mijn zoon dat we voorlopig niet meer hoefden op te passen. Dat hij het belachelijk vond dat we Teun zomaar mee hadden genomen en dat we niet eens de moeite hadden genomen om het voor te stellen of om een briefje neer te leggen. Laura was ontzettend geschrokken toen ze na haar werk thuis was gekomen en er niemand was en wij niet gereageerd hadden toen ze talloze keren naar onze mobiele telefoon belde.

 

We hadden haar toch op zijn minst even kunnen vragen of we Teun mee konden nemen naar Omi? Dat stiekeme gedoe van ons vonden ze echt een brug te ver en daarom hoefden we voorlopig niet meer te komen. Ze verzonnen wel een andere oplossing, eentje die wel betrouwbaar was.

 

Natuurlijk belde ik meteen onze zoon maar eenmaal aan de telefoon herhaalde hij wat hij al in het appje schreef en dat we het daar maar even bij moesten laten. Voorlopig zou de moeder van Laura komen als het nodig was en dat was genoeg.

 

Ik was helemaal uit het veld geslagen toen hij dat zei. Weer werd de moeder van Laura ingeschakeld. Maar Teun was toch ook ons kleinkind? We krijgen al nauwelijks de kans om een dagje op hem te passen en dan zit Laura er meestal als een leeuwin naast of we krijgen van haar een lange lijst met instructies over wat we wel en vooral niet mogen doen. Tot nu toe heb ik het allemaal maar geslikt om de lieve vrede te bewaren, maar leuk is het niet als je schoondochter alles wat je met je kleinzoon doet met argwaan volgt. Ik heb geen idee hoe het nu verder moet met mijn zoon en schoondochter, maar dat we Teun een tijdje niet kunnen zien vind ik echt verschrikkelijk.’