Wieke laat er eentje vliegen

 

Het is algemeen bekend: iedereen – ja, jij ook, en u, en jullie – laat er vijftien per dag vliegen. Gemiddeld. Ook de koning en de koningin. En de paus. Mensen van wie je zou denken: nee hoor, die doen dat vast niet.

 

Parfum ruikt lekkerder, maar als je de boel ophoudt, is dat niet goed voor je darmen. Thuis is het geen probleem; hup, knal ze eruit. Ik herinner me dat ik de boel krampachtig ophield toen ik voor het eerst bij Man logeerde. We hadden net besloten samen verder door het leven te gaan. Als ik dan ’s ochtends buiten mijn fiets pakte, o, wat een opluchting om er even fijn op los te kunnen knetteren. Het leek me dodelijk voor de toen nog prille relatie als ik in zijn bijzijn de ontluchting in werking zou stellen. Wanneer Man en ik overgingen tot het winden laten waar de ander bij was, weet ik nog precies. Hij begon. Ik was grenzeloos opgelucht. Hij schaamt zich nooit ergens voor. Als hij het deed, mocht ik het ook. Af en toe zeiden we wel tegen elkaar: moet dat nou zo hard?

 

Het per ongeluk in gezelschap een wind laten heeft iets gênants. Dan krijg je een kleur (ik wel) en zeg je ‘sorry, bonen/knoflook/erwtensoep gegeten’, of zo. Ik herinner me onze trouwdag nog goed. In het stadhuis voelde ik hem naderen… dat kon dus echt niet. Billen bij elkaar knijpen en vandaar dat mijn ‘ja’ nogal piepend klonk, net alsof ik eigenlijk ‘nee’ had willen zeggen. In de auto, op weg naar de receptie, biechtte ik Man op waarom ik zo benepen ‘ja’ had gestameld. Die kwam niet meer bij en zei dat hij toch wel van me hield.

 

Toen we nog in Zambia woonden en ik veelvuldig in dorpjes kwam waar ik mee mocht eten, knalde het na afloop van de maaltijd om mij heen. De een na de ander ontdeed zich van overtollige lucht. Niemand zat ermee. Ik denk dat het best bevrijdend zou zijn als er niet meer moeilijk over werd gedaan. Je zegt toch ook ‘even plassen hoor jongens, zo terug’? Daar kijkt niemand raar van op. Stel dat we voortaan gewoon zeggen: ‘ik moet even ontluchten en ik haal de wc niet’. Dat lijkt mij fijn. Je kunt dan wel een paar meter weglopen van het gezelschap, want, zoals gezegd, parfum ruikt lekkerder. Ik merk eigenlijk nooit dat andere mensen doen wat ik ook vijftien keer per dag doe. (Soms maar zeven keer, want ik let er nu extra op, sinds ik van de week bedacht dat ik erover zou kunnen schrijven.) Iedereen ontlucht in het geniep. Al geef ik toe dat het nergens zo fijn knettert als op je eigen wc, in veilig isolatie. Zonder pottenkijkers en meeruikers.

 

Op de boerderij van mijn opa werkte een knecht die er altijd ferm op los toeterde, al stonden er twintig mensen vlakbij. Zijn bijnaam? Billenvreugd! Zo kunnen we het ook bekijken.

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel