Wieke gaat naar een peepshow
En tadá, wat ligt daar vlakbij een idyllisch kreekje? Een setje honeymooners. Al zou ik bedanken voor zo’n honeymoon.
Op stap met gids Mukupa. Het Engelse echtpaar met wie wij de safari-auto delen, heeft leeuwen op het verlanglijstje staan en wij wilde honden. Ga er maar aanstaan, want die zijn meestal niet in elkaars buurt te vinden. Aartsvijanden.
Mukupa ziet een leeuw in het hoge gras. ‘Dan is de rest er ook,’ weet hij, ‘want ik hoorde gegrom.’ De leeuw in het gras slaapt, maar als er in de verte weer gegrom te horen valt, staat hij op. We volgen hem voorzichtig. En tadá, wat ligt daar vlakbij een idyllisch kreekje? Een setje honeymooners. Al zou ik bedanken voor zo’n honeymoon.
We vallen met onze neuzen in de boter, want hij bestijgt haar net als wij komen aanrijden. Niks voorspel, hoppa, d’r op, hij bijt haar nog even in de nek, zij brult, hij ook, en dan is het klaar. Ook geen naspel van betekenis. Hij ziet er nu al afgeleefd uit. Zij trekt het nog wel, zo te zien. Het initiatief ligt geheel bij haar. Zij geeft aan wanneer en waar er wordt gepaard. Dan staat ze op, rekt zich uit, kietelt hem even met haar staart en gaat liggen. Gehoorzaam klimt hij bovenop haar en doet zijn ding. En dit elke twintig minuten! Dagenlang! Daar zou je toch een dijk van een hoofdpijn aan overhouden? En niks van ‘nee Karel nee Karel, niet vandaag’ zingen. Als hij zijn jongeheer in haar steekt, krijgt hij pas een erectie, en als de boel erin is gefrommeld, komt er daarna eventueel een eitje vrij. De Engelsen willen het nog een keer zien. En nog eens. Viespeuken hè? Wij kenden het klappen van de leeuwenparingszweep al, dus wij vonden het wel oké om te gaan. Vooruit. ‘Nog twee keer, en dan gaan we’, besluiten we democratisch.
En laat Mukupa nou nog vier wilde honden vinden ook? Slapend. ‘Tegen vijven gaan we terug, dan komen ze wel tot leven’, voorspelt hij. Dat klopt. Ze rennen weg. Mukupa denkt dat ze langs ons sundownersplekje zouden kunnen komen. Wij gaan aan de drank en in de verte zien we impala’s. Geen wilde hond te zien, dus ik trek me even terug achter een bosje. Ben ik klaar daar, ga ik terug naar mijn Mosi en de anderen, en wat komt er op nog geen drie meter langs mij stormen? De wilde hond van de foto, op weg naar de impala’s, samen met zijn collega’s. Gevaarlijk? Welnee, dat dier wil een impala en geen mens. Als hij eens wist wat hij afsloeg! Heerlijk malse witte kadetten.