Ruzie met een doos
Ruzie met een doos. Kan dat? Ja hoor, wij zijn daar goed in.
Niet met een verhuisdoos, maar met de Truus die doet alsof ze een routeplanner is. Gisteren: wij zijn op weg naar Freek, een dierbare vriend. Hij is een fantastische fotograaf en het was altijd zo prettig werken met hem, in de tijd dat ik nog op reis ging om verslag te doen van misère in verre buitenlanden (en vooral van wat daartegen werd gedaan). Ik was met hem in Zuid-Afrika, Nepal en Kenia. Ook bezocht hij ons in Zambia en is hij sindsdien ook verliefd op dat land.
Dus we verheugen ons op een weerzien met Freek, die buiten Amsterdam een romantisch huis bewoont. We zijn er lang niet geweest, door de strapatsen van corona. We hebben het adres ingetikt voor Truus, die hopelijk weet wat haar te doen staat. Op 5,7 kilometer van Freeks huis gaat het mis. Truus zegt dat we rechtsaf moeten, maar ik meen me te herinneren dat het links moet zijn, anders verzanden we in die woestijn van tunnels en ingewikkelde afslagen die het gebied rond Amsterdam-Oost rijk is. ‘Als zij rechts zegt,’ vindt Man, ‘dan is het rechts!’ Oké. Als hij meer waarde hecht aan de uitspraken van Truus, dan doen we wat Truus wil. Truus raakt vervolgens helemaal van de wap, want ze weet het verschil niet meer tussen rechts en links, roept ‘keer indien mogelijk om’. Alsof dat mogelijk is op een vierbaansweg vol auto’s.
Voor de derde keer rijden we verkeerd, allemaal omdat Man Truus betrouwbaarder vindt dan mij. ‘Ik probeer het nog één keer,’ zegt hij, ‘en dan zet ik de auto aan de kant in Weesp en mag Freek zeggen hoe we in vredesnaam bij hem moeten uitkomen.’
Truus, hét voorbeeld van een eigenwijze trut die niets weet, maar doet alsof dat wel het geval is, beweert dat we de linkerbaan van de tunnel moeten hebben. Daarnet zei ze nog rechts. ‘Kan die doos haar grote bek niet houden!’ roep ik chagrijnig en tot in mijn tenen gefrustreerd. Nee, zo iemand is Truus niet. Die kakelt onvermoeibaar op hetzelfde vlakke toontje door, overtuigd van haar eigen onfeilbare gelijk. ‘Zet haar uit!’ eis ik, maar naar mij wordt niet geluisterd. We proberen het nog een vierde keer en alleen omdat we dan even niet doen wat Truus wil, komen we eindelijk op de goede weg. Het waait idioot hard, het regent en wat zijn we blij als we eindelijk Freeks tuin binnenrijden.
In zijn heerlijke huis wachten taart, wijn, nasi en prachtige vogelfoto’s uit Costa Rica, waar hij net is geweest. Een uur door die zee van tunnels, wat stelt het eigenlijk helemaal voor? Terug rijd ik en mooi dat ik Truus de laan uit stuur. Ze zoekt het maar uit. Nu nog iets verzinnen om voor altijd van haar af te komen.