What’s in a name…

 

Het stond er echt: Lang gewacht, stil gezwegen, nooit gedacht, toch gekregen.

 

 

 

Overspoeld door dankbaarheid en geluk laten wij je weten dat onze dochter is geboren en dat ze luistert naar de naam Olive Antje. En echt… ik heb niet eens meer gelezen hoeveel Olive woog, hoeveel centimeters ze telde (vermelden ze dat nog tegenwoordig?), waar ze woonde en op welke datum ze de rest van haar leven jarig zou zijn.

 

Olive Antje. Zouden ze daar echt over nagedacht hebben? Ze hebben zó lang de tijd gehad om een goede naam te bedenken voor dat kindje dat maar niet kwam. En nu dit.

 

Kijk, Antje snap ik nog. Dat is de oma van moeders kant. En in periodes dat vernoemen weer even niet ouderwets is, maar juist een teken van liefde, is het enig om je kind naar een oma te vernoemen. 

 

O, wacht… misschien begrijp ik Olive dan ook wel beter. Hij is van Engelse afkomst en misschien heet zijn moeder dus Olive. Dan heb je beide oma’s in één kind geëerd. En bovendien: hij vindt zichzelf ook wel een Popey. Niet zo groot, maar wel héél sterk. Stijf van de anabolen staat hij, en hier en daar is een tattootje gezet om een statement te maken, al weet ik niet zeker of daar ook een anker bij zit. 

 

Toch is hij, net als Popey, dol op zijn graat- en graatmagere Olijfje, en wellicht is het kleintje ook daarom dus Olive genoemd. Zolang ze dan niet gaat trouwen met een meneer die Oil van zijn achternaam heet (of in elk geval zijn achternaam niet aanneemt) is er volgens mij niet zo veel aan de hand met een pasgeboren spruit die Olive heet. Ik vind het zelfs wel een  mooie naam.

 

Maar helaas zijn het van die mensen die graag “anders” willen zijn. Ze gruwen van gemiddelde mensen, en troeven die als zodanig graag af met “statements”. Denken ze…

 

Nou denk ik zelf dat die statements de gemiddelde mens helemaal niet opvallen – hooguit denk ik als ontzettend gemiddeld mens bij wéér een tattoo weleens: wat lelijk, maar ik zie het nooit als iets dat uitgedragen wordt – en dus is een statement maken via het pasgeboren leventje van een ander helemaal niet nodig. Het dient geen enkel doel.

 

En ik twijfel zelfs of ze lang genoeg hebben nagedacht over hun “anders” zijn, want net als bij Anita Sara Nederlof van het journaal, dienen beide voornamen uitgesproken te worden wanneer men zich tot het nieuwe schepseltje richt, en ik voel de pesterijen dus al aankomen.

 

Want spreek het maar eens snel achter elkaar uit dat Olive Antje… 

 

En maak er dus nog even héél snel Antje Olive van, lieve ouders/begeleiders. Draai het om nu het nog kan!   

 

Want… Olifantje… ik weet niet of je dochter blij met dat statement gaat zijn als ze straks gaat puberen. Ik denk dat ze dan toch liever een beetje gemiddeld was geweest en Ka Fia had willen heten. Of Bente Sien.

 

Of… o, nee. Dat zijn misschien ook niet de slimste voorbeelden. 

 

Lastig hoor, dat anders en onderscheidend willen zijn.

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke