Wat niet weet, wat niet deert
Ken je dat? Slapeloze nachten van je pubers? Nou het houdt niet op als ze ouder worden, niet vanzelf.
De kinderen in Huize Smit zijn inmiddels 18+. Hebben studies, rijbewijzen en een geheel eigen leven. Het zijn eigenlijk een soort huisgenoten geworden. Heel gezellig hoor, daar niet van, maar deze moederkloek kan het niet laten om af en toe te denken dat ze nog in de zandbak zitten.
Heel irritant vind ik dat van mezelf, maar het gebeurt me gewoon. En uiteraard vinden ze dat stom. Waar bemoei ik me mee? Ik hoor het ze nog net niet zeggen, maar ik zie ze regelmatig met opgetrokken wenkbrauwen de deur uitlopen als ik vraag of ze zich hun zaakjes op orde hebben.
Variërend van het leren van een hertentamen tot het aanvragen van een nieuwe identiteitskaart. Blijkbaar ben ik zo geprogrammeerd dat ik de checklist van mijn kinderen naast die van mezelf in mijn hoofd heb. Terwijl ze groot en sterk zijn en hun eigen boontjes kunnen doppen.
Dus op het moment dat ik er iets van zeg, denk ik halverwege mijn zin al dat ik beter mijn mond kan houden en dat ik steeds meer op mijn eigen moeder begin te lijken. Die overigens hartstikke lief is hoor, maar nog steeds vraagt of ik voorzichtig doe als ik met mijn auto naar de redactie rijd.
Blijkbaar zit het zorgen in de software van de meeste moeders ingebakken. Maar ik wil er best vanaf hoor. Is ook beter voor mijn nachtrust. Want de afgelopen weken lag ik toch weer wakker als er eentje aan het nachtbraken was.
Bij ons thuis blijft het licht op de overloop branden tot de laatste binnen is. Nou je raadt het al, het brandt tot in de vroege uurtjes. En ik lig met één oog te kijken tot het eindelijk eens dooft.
Maar toen ik het van de week om 5 uur nog zag branden, ben ik toch maar m’n bed uitgestrompeld. Inmiddels was ik behoorlijk ongerust en ik had al enge visioenen van ziekenhuisopnamen enzo. Maar toen ik de deur van de slaapkamers van m’n kids opendeed, lagen ze allebei al heerlijk te snurken. De volgende ochtend bleek dat ze allebei al rond middernacht thuis waren, maar vergeten waren om het licht uit te doen. Lag ik me weer voor niks op te vreten. Doodvermoeiend.
Voortaan blijft het licht op de overloop uit en draai ik me nog eens om. Het wordt tijd dat ze op kamers gaan. Kunnen zo laat thuiskomen als ze willen; wat niet weet, wat niet deert.