Waarom zijn we bang als andere mensen bang zijn?
De supermarkt is leeg. Of nou ja, de schappen met pastasaus, pasta, rijst en toiletpapier zijn leeg. Mensen hamsteren massaal en dat komt maar door één ding: we zijn bang.
Het coronavirus zorgt voor steeds meer slachtoffers en dat maakt ons paniekerig. In ons land zijn er al 10 mensen aan het coronavirus overleden, het aantal besmettingen is gestegen naar 804. Hoe komt dat, vanuit psychologisch oogpunt, dat we massaal bang zijn? En vooral: hoe komt het dat als anderen hamsteren, dat we dan zelf óók maar meedoen?
Het is te verklaren vanuit het oeroude kuddegedrag, dat in de sociale psychologie ook wel ‘groupthink’ wordt genoemd. In de jaren ’70 introduceerde de Amerikaan Irving Janis zijn theorie over groepsdenken: ‘Een manier van denken die plaatsvindt wanneer het verlangen om de harmonie in een groep te bewaren een realistische kijk met alternatieve gedachtegangen onmogelijk maakt.’ Je wilt dus meedoen omdat je niet buitengesloten wilt worden. Je wilt niet die éne sukkel zijn die niets in huis heeft. We doen wat anderen doen omdat we denken dat we anders ‘iets missen’. Je ziet iedereen een pak wc-papier meenemen in de supermarkt. Dan denk je opeens, als je in de rij voor de kassa staat: joe, ik neem toch ook maar een pak mee. Je weet maar nooit. Ik wil niet als enige géén wc-papier hebben. Fabrieken merken het ook: er is steeds meer vraag naar wc-papier, op dit moment. Gelukkig is er genoeg voorraad voor alle Hollandse billen. En ook wat betreft andere producten – eten en drinken – gaat de levering vooralsnog zoals die altijd gaat. Alle lege schappen worden weer gevuld. Geen zorgen dus.
Maar het hamstergedrag maakt wel dat ik me zorgen maak. Kijk, ik doe het niet, want ik geloof niet dat de supermarkten opeens de deuren sluiten. Maar omdat iederéén hamstert en dus veel dingen opraken, denk ik: potdikkeme, ik kan toch echt niet zonder luiers komen te zitten. En dus bestel ik online ook maar wat pakken luiers extra. En wat extra babymelk. Tja. Zo volgt eigenlijk iedereen wel in bepaalde mate het gedrag van de kudde. De massahysterie krijgt toch gelijk. Psychologen weten het al jaren: zodra er stress is, gaan we makkelijker en makkelijker mee met het gedrag van de groep.
Reizen worden geannuleerd, de horeca krijgt een klap, niemand gaat meer uit eten, sportwedstrijden zijn gecancelled, hogescholen en universiteiten zijn dicht… Aan de ene kant denk ik: doe allemaal even rustig en maak je niet zo druk. Aan de andere kant denk ik: ik ga nú naar de supermarkt om ook wat in te slaan. Ik maak me wél zorgen om het coronavirus. Zul je zien dat ik straks een maand lang droge spaghetti eet terwijl mijn vrienden lekker een tomatensausje hebben en een keukenkastje vól blikken doperwten hebben. En wie heeft er nog paracetamol in huis? Is dat inmiddels net zoveel waard als goud?
Pfoe, ik weet het niet. Het enige wat ik nú zeker weet is dat het een gekke tijd is. Take care en pas op jezelf.
Door: Tessa Heinhuis