Waarom je vervelen soms heel goed is voor je brein
We zitten allemaal thuis maar het gekke idee is vooral: dit gaat nog wel even duren. We zullen niet straks opeens vrolijk weer Koningsdag vieren, naar een festival gaan of in een kroeg staan te hossen.
En dus slaat de verveling toe. Een week thuis moeten zitten inquarantaine: oké. Maar nog tot aan het einde van de zomer, dit?
Ik merk het ook. De eerste dagen quarantaine denk je nog: goh, lekker even de deur niet uit. Daarna denk je: wat moet ik vredesnaam vandáág weer gaan doen? Kan mijn partner AUB even een UUR weg? Is het wel nodig om mijn pyjama uit te doen? Weer scrollen door die apps op mijn telefoon. Boring. Ik verveel me. Maar dat is lang zo erg nog niet, blijkt. Volgens hoogleraar cognitieve psychologie Stefan van der Stigchel is het juist goed om je af en toe te vervelen. Om je brein even rust te geven van allerlei prikkels. Het zit zo.
Als mensen gaan we altijd maar door en door, we plannen het ene reisje na het andere, we zijn altijd onderweg, met vrienden, uit eten, op pad. We zijn druk and we love it. Nu kan dat allemaal niet en zo komen we massaal terug bij onze basis. Je thuis. Je gezin, je eigen plekje en niets meer. Je hoeft niets te doen. Als je je verveelt komt je brein terug in het ‘default brain network’. Je basis. Je hebt eigenlijk heel weinig waar je hersenen mee bezig zijn, er is geen haast, geen rumoer. Je gaat puzzelen, een spelletje doen, je fotoalbum van je kinderen na 11 maanden je het voorgenomen te hebben eindelijk inplakken. Je ervaart een ander soort rust dankzij deze coronacrisis dan dat je in een gewoon weekend hebt, als je ook die twee dagen bijvoorbeeld niet naar je werk hoeft. Want je hoeft nu voorlopig even helemaal niets – niet qua naar werk toe gaan, maar ook niet op sociaal vlak. Je brein kan opladen. Je ontspant meer dan je misschien doorhebt, omdat je helemaal niets in je agenda hebt staan. Het lummelen en niksen tussen je eigen vier muren heeft een nut, zo stellen wetenschappers. Je wordt er creatiever, geconcentreerder en gelukkiger van.
Goed, van de wetenschap is dit vervelen dus zo erg nog niet. Maar waarom voelt het dan zo eenzaam? Ik ben helemaal niet alleen thuis, want ik heb tweekinderen en een man én twee katten. Maar dan nog. Het idee dat we de komende tijd helemaal niets gaan doen is best benauwend. Toen las ik deze zin: ‘Je mist waarschijnlijk minder dan je denkt.’ En zo is het misschien ook wel. We missen van alles, we missen al die reisjes, etentjes, uitjes. Maar uiteindelijk is thuis zijn zo erg nog niet. Het is je basis. En misschien is het goed om daar weer allemaal even bij terug te komen.
Door: Tessa Heinhuis