Kaalslag overal
Pasgeleden ben ik gewond geraakt door een tip uit een boek! Iets met een hoog “You-Tarzan-Me-Jane-gehalte”.
Maar voor degene die nu een 50-tinten-grijs-verhaal verwacht, wordt het een teleurstelling hoor. Het gaat namelijk om een tuinboek. Een boek waarin ze adviseerden om niets meer aan je tuin te doen, en alles gewoon lekker te laten gaan.
Nou, zo’n boek lees ik graag!
Dat “laten gaan” zou beter zijn voor jou, je rug én de natuur. Maar het extra werk aan je huwelijk, daar werd in het boek met geen woord over gerept!
Kijk, ooit woonde ik in een leuk huis, met uitzicht over kilometers gras, koeien en schaapjes. Maar nu woon ik al een tijdje in een huis, met uitzicht op … jawel … een nieuwbouwwijk.
Tsja, anderen willen natuurlijk ook wonen.
Gelukkig bezitten wij ook nog een beetje grond, dus om even op die tuintip terug te komen: dat “laat maar lekker (door)groeien en (door)bloeien” was niet alleen geboren uit behoefte aan wat privacy, maar ook het gevolg van een zekere mate van luiheid. Wat niet hoeft, laten wij graag. En de eerste jaren ging ook alles in onze tuin nog helemaal naar wens! De nieuwbouwwijk raakte voor ons steeds meer uit zicht, en wij ook voor de nieuwbouwwijk. Iedereen blij dus. Zeker als ik in bikini door de tuin hobbelde.
Maar goed … op een gegeven moment ontstond er toch wel wat trouble in paradise. En dat is begonnen met een es die spontaan was overgevlogen vanuit de wijk. Leuk, dachten wij eerst nog. Ook lekker laten staan dus!
Maar die es bleek onlangs zomaar ineens veertig meter hoog en acht meter breed te zijn geworden, en hij had inmiddels ook al zo’n 27 kinderen en 58 kleinkinderen die allemaal hier wilden blijven wonen. Bovendien was er volledig onopgemerkt een meidoorn met een bootje de sloot overgestoken, en die had ongezien asiel gekregen in het essenbos. Daarnáást probeerde de ouwe snoeper toen ook nog even de coniferenhaag te versieren, en toen was natuurlijk wel een beetje het
hek van de dam. Het trok nu eigenlijk ook zó dicht dat de zon er bijna niet meer doorkon.
Hmmm, beetje té lui getuinierd, riep de hovenier dan ook toen we hem uitnodigden. De buurman uit de nieuwbouwwijk had namelijk aangegeven dat de grote es inmiddels behoorlijk over de sloot was gegroeid, en dat hij nu een dappere poging deed om buurmans mooie uitbouw te bereiken. En dat kon natuurlijk niet.
Dus wilden wij de es te lijf gaan en trokken man en ik hem samen the bush-bush in.
Maar dan moesten we eerst nog even langs de wilde bramen en de meidoorns. Pijn. Gedoe. Ruzie.
En vervolgens ook nog even langs de apotheek. Ik zag er ineens eigenlijk méér uit of ik dwars door een glazen deur was gestapt, dan dat je nog zou denken dat ik blijmoedig aan het tuinieren was geweest. En dat alles kwam de sfeer hier bepaald niet ten goede.
Om ons huwelijk te redden, hebben we dus toch maar weer de hovenier uitgenodigd, en die is nu dus effies lekker tekeergegaan. Maar helaas wel met als resultaat een wijde blik de nieuwbouwwijk in.
Maar ik ben niet voor één gat te vangen, hoor! Dus ik verplaatste mijn parasolletje gewoon naar een andere kant van de tuin en, hoppa … ik kon weer lekker in bikini. Of eigenlijk in badpak nu, want bodypositivity mag dan wel een feit zijn; shamen doe ik nog steeds.
En het enige wat er in mijn nieuwe tuinparadijs nog even weggehaald moest worden, was een stukje klimop aan de schuur. Maar daar was ik té moe en té gewond voor. Ik duwde manlief dus een schaar in handen en hij zette een paar ferme (blinde) knippen.
Knippen waarmee hij in één klap de wilde wingerd, die na acht jaar (EINDELIJK!!!!) de hele schuur besloeg, aan gort knipte.
Vandaar dus dat we nu ook met ons huwelijk aan de slag moeten. Kaalslag overal, zeg maar.