Hij is weg
Nog niet zo lang geleden vertelde ik over mijn vriendin die ging scheiden. Ik vertelde toen dat ik haar aanstaande ex wel begreep, en dat dat een heel klein deukje in onze relatie had geschopt
.
Maar echte vriendinnen zijn natuurlijk niet voor niets echte vriendinnen. Dus ik bleef belangstelling tonen, en ik bleef voor haar klaarstaan op praktisch gebied.
Zij van haar kant accepteerde mijn praktische hulp, omdat ze die echt goed kon gebruiken, en haar boosheid naar mij liet ik haar gewoon lekker uiten. Zolang ze dat maar tegen mij zou blijven doen, want dat is de afspraak binnen onze vriendinnengroep. Geroddel is een absolute no go! Althans tussen ons onderling. Wel over anderen, natuurlijk. Met een goede fles wijn erbij!
Ze mocht me dus gewoon drieduizend keer vertellen dat ze me haatte, omdat ik haar ex wel een beetje begreep, en ik bleef gewoon meer dan drieduizend keer uitleggen dat dat niets te maken had met mijn gevoelens voor háár. Dat ze mijn vriendin wás, ís, en blíjft, maar dat ik het verdom om tegen haar te liegen en hem nu te verguizen omdat zij dat nu ineens prettiger vindt. Ik hoor met alle liefde haar verhalen en haar onvrede aan, maar ik hoef het nog niet met haar eens te zijn. Ik begrijp zelfs best wel veel van haar teleurstelling en boosheid, maar dat wil nog niet zeggen dat iemand die al honderd jaar hetzelfde gedrag vertoont – en daarmee al honderd jaar door ons geaccepteerd wordt – dan ineens niet meer deugt.
Bovendien maken wij deel uit van een fantastische vriendengroep, dus kon zij die verhalen ook wel kwijt bij anderen, en konden wij samen ons voorzichtig blijven concentreren op onze eigen relatie en het herstel, of op zijn minst het niet helemaal stuklopen daarvan. Een heel lange vriendschap, die echt altijd van twee kanten is gekomen, is best bijzonder. En die moet je dus allebei blijven koesteren, vonden wij.
En dat zij daar naast haar scheiding ook energie in wilde steken, zei mij al genoeg. Ze mocht dus alles tegen me roepen, zeggen of doen; ik bleef toch wel van haar houden. En omdat ik dat maar vaak genoeg bleef herhalen, bleven de fundamenten van onze vriendschap intact en vonden we al snel weer een modus waarin we bij elkaar hoorden. Voor altijd! Zij als inmiddels gescheiden vrouw die langzaam het licht weer begint te zien vanuit haar fijne nieuwe stekje, en ik als de getrouwde vriendin die graag haar wijn komt opzuipen op datzelfde stekje. Mooi toch?
Maar wat ik het allerbelangrijkst vind: we kunnen weer samen lachen! Tranen van het lachen bungelden van de week voor het eerst weer over onze wangen, en we werden daar allebei erg gelukkig van.
Het ging echter wel weer over een man!
Ze had een date met een oude buurjongen, die later een collega van mij en twee andere vriendinnen werd. Veel te vroeg, en veel te enthousiast!
Want ehhhh, die M…. was dat niet die jongen die wij de op het werk altijd ‘scheetje’ noemden, omdat hij de hele dag windjes liet? Wat zeg ik: van die knetterende, langgerekte, hele asociale, ontzettend stinkende… nou ja… doet er ook niet toe.
Waarom wilde zij in godsnaam daten met hém? Ik begreep het echt niet. Maar ik hield natuurlijk wijselijk mijn mond.
Ze hadden heerlijk gegeten, wist ik al. En hij was ook al blijven slapen. Dat had ze nog geappt.
‘Waar is ie?’ vroeg ik dus meteen toen ik de volgende ochtend (volgens afspraak) zogenaamd onverwacht kwam aanwaaien om te checken of alles oké was. En natuurlijk ook om meteen even te kijken hoe M. er nu uitzag.
‘Gone,’ zuchtte ze teleurgesteld en opgelucht tegelijk.
‘Gone with the wind!’ lachte ze daarna keihard.
Kijk!! Zo ken ik haar weer!
En ik wist, zonder verdere uitleg, dat we het dus toch over dezelfde man hadden.