Tineke wordt gek van robots, automaten en stagiairs…

 

Toets twee, en sluit af met een hekje.

Oké. … Twee. … En … een … hek … je.

Een ogenblik geduld, alstublieft…

Uw afmelding is helaas mislukt. Probeert u het later nog eens. 

 

Grrrr. Waarom wordt alles steeds vaker overgenomen door robots, automaten en stagiairs? Omdat het goedkoper is en sneller gaat? Nou, ik twijfel. Vooral aan dat laatste, trouwens.

 

Ik krijg ongevraagd van alles aangeboden, en kom daar pas vanaf wanneer ik aangeef het niet nóg een keer aangeboden te willen krijgen. Toch kan ik dan (als wraak) niet een paar tenen amputeren van de voet die tussen de deur zit. Nee, ik moet een bandje afluisteren en toetsjes indrukken. En helemaal afluisteren, hè! Want anders werkt het niet.

 

Maar ja, je moet wel. Ik kan wel bukken achter de bank als de telefoon gaat, maar daarmee gaat niet de verkoper weg. Ik krijg evengoed de hele dag spullen, geld, partners en een nieuw uiterlijk aangeboden, zowel op mijn laptop als op mijn telefoon. En hoe zij nou weten dat ik een nieuw uiterlijk wil? Ik snap er niks van. Ik kom die vraag namelijk nooit tegen in het keuzemenu van drie kwartier, dat ik door moet worstelen om me af te melden voor reclameblokken en -folders. Dus wie verzint die ongein eigenlijk voor me? Een mens? Nee toch? Een robot dan? Of is het de stagiair?

 

Het is de stagiair, hè?! Zij zijn namelijk erg gewild, tegenwoordig. Als ik vacatures bekijk, dan zoekt men vaker een stagiair dan een werknemer. Ze moeten dus goud waard zijn, die jongens en meisjes. Misschien toch mijn diploma “stagiaire” maar eens gaan halen. Dat schijnt alleen te kunnen bij een gecertificeerd bedrijf, maar dat moet wel te vinden zijn.

 

En wat die certificering precies inhoudt, is me niet helemaal duidelijk, maar ik heb wel ooit heerlijk mogen genieten van een flink robbertje “vakmanschapsoverdracht” bij mij in de straat. In een deel van ons dorp werd toen alles onder de grond vervangen. Nou ja, de begraafplaats hebben ze gelaten zoals ie was, maar verder was het een tijd lang één grote zooi. Inmiddels is alles weer netjes bedekt met asfalt, grind of klinkers, maar daarvoor is wel de weg naar mijn huis lange tijd afgesloten geweest met een hekje. Op de rechterhelft van de weg stond een dranghek dat mensen moest weerhouden om onze straat in te rijden. En op dat hek hing dan ook nog een bord waarop stond “verboden in te rijden, m.u.v. bewoners”. Het was dus duidelijk genoeg.

 

Maar toch reed iedereen gewoon door. En dat kon ook, want op de linker weghelft stond geen hekje. Die kant was open, zodat de stratenmakers, kabeltrekkers en loodgieters in en uit konden rijden met de voor hen benodigde materialen.

 

Nou ja… behalve dan die ene man met die enorme vrachtwagen. Hij kreeg het maar niet voor elkaar om langs dat hek te komen met zijn enorme zandwagen. Misschien omdat hij per se achteruit langs het hekje wilde?

 

En je kent het waarschuwings-piepje van een vrachtwagen die in zijn achteruit staat? Nou, dan begrijp je dat ik er na een half uur helemaal klaar mee was! Na 36 stukjes vooruit (broem, broem, broem) en 37 stukjes achteruit (piep, piep, piep, piep) besloot ik de man te gaan helpen. Maar net toen ik naar buiten liep, maande een stagiair me te blijven staan en te wachten op verdere instructies. Veiligheid voor alles, zullen we maar zeggen.

 

Piep, piep, piep, ging het verder. De stagiair stelde zijn collega in de vrachtwagen gerust met een gebaar dat alles goed kwam, liep naar de achterkant van de vrachtwagen en gaf als stagiair de aanwijzingen aan de vakman.

 

Of… was het nou andersom? Ik kon het niet beoordelen.

 

Maar na negen minuten “Links- links-links. Koooommaar- komma-  kommaar. Rechts! Nee, re-hechts!! Tikkie-terug, en hooooo”, kon ik me niet meer beheersen. Toen heb ik de stagiair verklapt dat je zo’n dranghek ook kunt optillen en daarna de straat weer heel makkelijk opnieuw kunt afsluiten met een hekje.

 

Maar hij keek of ik gek was.

 

Zoiets kan helemaal niet telefonisch, moet hij gedacht hebben.

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke