‘Franska? Nog nooit in de winkel zien liggen!’
Tineke is op een verjaardag en wordt voorgesteld aan een vriendin van een vriendin die, tja, kwistig van alles rondstrooit, van wijn en hapjes tot praatjes. En ze komt maar niet van haar af.
‘Franska? Nog nooit in de winkel zien liggen!’ zegt ze. En ze schudt zo hard met haar glas, dat de plas wijn die voor haar op de grond ligt nóg groter wordt.
‘Het is een online magazine waar ik voor schrijf,’ leg ik haar uit. En ondertussen probeer ik met mijn slipper de wijn op de tegelvloer van mijn vriendin een beetje weg te poetsen. Ik sta op haar verjaardag te praten met een ‘dame’ die ik niet ken. Maar mijn vriendin heeft ons aan elkaar voorgesteld met de toevoeging dat ik schrijf! En dat is meestal erg ongemakkelijk. Meestal krijg ik daarna namelijk manuscripten toegestuurd van mensen die óók schrijven. Of hele rare gedichten van mannen. Of ik krijg een opsomming van alle schrijvers die mij zijn voorgegaan in de boekenkast van de gesprekspartner, plus de toevoeging van het keiharde feit dat ik daar niet tussen sta.
Ja, echt hoor. De wereld van een beginnend schrijver is hard!
‘Weet je wie een “echte” schrijfster is?’ roept ze terwijl ze me terugsleurt op mijn plek
‘Oooo, onlain blade,’ praat (en knoeit) ze verder. ‘Die lees ik alleen bij de dokter of de kapper!’ En daarna schiet ze het augurkje uit het rolletje cervelaatworst, terwijl ze het lege plakje worst in haar mond probeert te duwen. Ze mist iets, dat heeft ze wel door. Maar het is haar nog niet helemaal duidelijk wát.
Ik pak het zure bommetje van de vloer, probeer mijn eigen bommetje niet af te laten gaan, gooi die van haar in de prullenbak, en doe snel een poging om met iemand anders een gesprek aan te knopen.
Maar dat gaat niet door!
‘Weet je wie een “echte” schrijfster is?’ roept ze terwijl ze me terugsleurt op mijn plek. ‘Lisette Thooft!’
‘Ja, die ken ik,’ antwoord ik weer beleefd. ‘Want die schrijft ook voor Fransk …
‘Of Roos Dingus!’ gaat ze dapper voort. ‘Die van de mol! Ja, nee, niet van Linda de Mol, maar van dat programma. Zij schrijft ook boeken! Wisjenie, hè? Ik zag d’r laas in de boekwinkel liggen.
‘Oh, da’s grappig,’ zeg ik. ‘Je bedoelt Roos Schlikker! Die schrijft ook voor Frans …
‘Ja, nee, ik bedoel nie dat ik háár in de boekwinkel zag ligge, natuurlijk. Hahaha … hik … maar dur boek! Hihi. Roos zelluf heb ik nooit laif gezien, hoor. Ja, bij Hamburto Ton … Hamtorto Bun …’
‘Humberto Tan,’ help ik haar verder.
‘Ja, die! Van rtl-leet-lijf, ofzo! Of was hij nou van Boelevaart? Nou, daweek niemeer. Maar in ieder geval … weet jij wie ik laatst écht laif op straat zag lopen?!? Dat meiske dat vroeger ook bij Boelevaart zat. Die … god hoe heet ze nou … Maai Brits Dekker, ofzo!?’
‘May-Britt Mobach bedoel je? Nou, het is echt zó grappig dat je die nou ook opnoemt,’ ga ik verder. Want ook zíj schrijft namelijk voor Fr…’
Maar dan probeert ze een hapje van een gevuld ei te nemen. Ze knijpt echter de gele vulling eruit en stopt het lege witte hulsje in haar mond. Zou Janny daar geen trucje voor hebben? denk ik nog. En ik zucht. Ondertussen probeer ik in de gauwigheid haar door de lucht vliegende inhoud nog op te vangen, maar ik ben te laat. De vulling schuift zo haar tas in!
Ik zucht, ik overpeins, en ik besluit het zo te laten. Als zij morgen op zoek gaat naar een beetje inhoud, kan ze altijd nog in haar tas kijken. Of op franska.nl, natuurlijk!
Bij veel van wat ze dagelijks tegenkomt filosofeert én associeert Tineke (schrijfster/moeder/fotograaf/toneelregisseur/echtgenote) erop los.
Fotografie portret: Esmee Franken, Visagie Linda van Ieperen, Haarstylist Mandy Huijs