Hulp op de juiste plekken
Het is een feit: we worden weer steeds meer één!
Ondanks alle ellende die dat stomme virus ons brengt, ben ik dáár dus heel erg blij mee. We staan plots weer klaar voor elkaar. Hebben ineens dus een gezamenlijke vijand, en dat bindt ons.
Met de hele wereld tegelijk vechten we tegen hetzelfde. En dat doen we samen, ondanks dat we het niet allemaal op dezelfde wijze aanpakken. We proberen echter wel te leren van elkaar, en elkaar te helpen met bijvoorbeeld mondkapjes. Het is nu eindelijk even niet zo dat het ene deel vecht tegen droogte, terwijl de andere helft zijn hoofd breekt over overstromingen. Of dat links vecht tegen branden, terwijl rechts kampt met vreselijke honger. En dat brengt ook een soort rust.
Ook even geen gesteggel over onbelangrijke zaken nu. We gaan weer langzaam inzien dat we allemaal hetzelfde zijn: mens! Een kwetsbaar wezen dat geraakt kan worden door van alles en nog wat, dus ook door een virus. Ongeacht gender, kleur, afkomst, idealen, enzovoort. En ik zit dat hier binnen in me op te slurpen, alsof het een cadeautje is. Want dit is wat de wereld misschien wel nodig had.
Niet dat het goed is dat er mensen sterven, natuurlijk. Want dat is vreselijk. Maar die gezamenlijke vijand maakt wel dat we elkaar weer nodig hebben. En dat we elkaar weer op de juiste waarde weten te schatten. Je bent ineens niet meer belangrijk omdat je wat meer verdient dan een ander, nee! Je bent belangrijk omdat je les kunt geven en mensen kunt verzorgen. Omdat je dienstbaar bent.
Er zijn zelfs zoveel mensen die willen helpen dat het nu al een beetje gestuurd moet gaan worden. Via platforms worden nu de juiste helpers aan de juiste hulpbehoevenden gematcht. Echt handig.
Toch gaat er helaas ook nog weleens iets verkeerd.
Omdat mijn man en ik nu ook allebei thuiswerken, loopt het hier echt niet meteen allemaal op rolletjes. Hij zit namelijk de hele dag telefonisch te vergaderen, terwijl ik juist het gevoel heb dat ik wat langzamer kan opstarten nu. En deze week liep dat even grandioos mis.
Stel je dit even voor: Mijn haar zat in een prachtige knot toen ik naar bed ging, maar die is er in de loop van de nacht half uitgezakt. Laat maar hangen, dacht ik letterlijk toen ik ’s ochtend een beetje scheef voor de spiegel stond. Eerst koffie!
Ik trok dus ook nog even geen BH aan, want die zit me dan te strak, maar gooide mijn oude, drie maten te grote badjas lekker comfortabel over de slinkende schouders en heupen. Beetje losjes. Dat ziet er niet uit, maar zit heel lekker.
En o, wat had ik een koude onderbenen, voelde ik ineens. Nou, weet je wat? Ik had geen zin om een joggingbroek onder mijn badjas te dragen, dus deed ik een paar heel oude, zwarte, wollen beenwarmers aan. Geen gezicht bij die witte badjas, but who cares? Man was al vanaf zes uur constant aan het bellen, overleggen, lezen en schrijven, dus die heeft dan toch nooit aandacht voor mij. Een paar uitgelubberde, lichtbruine Spaanse sloffen eronder om het geheel af te maken, en klaar was Tinus. Eerst maar eens koffie en een stapel kranten!
Maar sociaal als ik ben, ga ik dan natuurlijk wel even aan mijn lief vragen of hij misschien ook een kopje wil. Hij en zijn collega’s moeten het nu doen zonder koffiejuffrouw, dus die ‘match’ maak ik dan wel even. Ik stap dus in vol ornaat achter hem langs en zie dan pas dat hij niet alleen telefonisch zit te vergaderen, maar ook met videoverbinding. Help!!!
‘Koffie?’, stotter ik nog op de automatische piloot, terwijl op dat moment tot me doordringt dat ik zwaar voor joker sta. (En hij misschien ook wel.)
En ja, dat wilden ze allemaal wel. Met suiker en melk graag.
Tjee… zouden ze dat nou bedoelen met ‘een goede match’? Ik vraag me echt af of ik hem hiermee geholpen heb, hoor.