Tineke haat kantoor­tuinen

 

‘Jaren geleden heb ik eens ophef veroorzaakt in een kantoortuin waar ik werkte.’

 

Ik werkte in een omgeving waar van alles gebeurde, en ik kon me daar niet concentreren op mijn werk. Bovendien wilde ik graag een eigen bureau, met mijn eigen spulletjes. 

 

Een ouderwetse taart werd ik toen genoemd. Over flexplekken en kantoortuinen was écht goed nagedacht, en er was aangetoond dat het de productiviteit juist ten goede zou komen. Ik moest me dus maar aanpassen. 

 

Maar ik ben niet voor één gat te vangen! Dus als ik even met mijn laptop naar een collega moest, dan plakte ik snel een zo-terug-briefje op mijn bureau. Gewoon in de hoop dat er dan niet alweer een ander was gaan zitten vlak voor ik terugkwam. 

 

Ik was namelijk ook zo’n tien minuten per dag bezig om mijn bureaustoel in te stellen. Ik heb rare lange benen, ooit een whiplash gehad, en als gevolg van een auto-ongeluk ook wat schade aan mijn onderrug. Goed zitten was dus wel een dingetje, zo was me door de ergonoom van diezelfde kantoortuin op het hart gedrukt. En daar moest ik dus elke dag opnieuw tijd en aandacht aan besteden. 

 

En tsja… mijn goed afgestelde bureaustoel elke dag mee naar huis nemen leek me ook weer niet goed voor mijn rug. 

 

Ik heb het ook nog geprobeerd met een plantje! Door een bosje groen op het hoekje van mijn favoriete werkplek te zetten, hoopte ik dat mijn collega’s deze plek zouden overslaan tijdens het zoeken naar een plekje. Maar het hielp niks! Ze vonden het juist des te gezelliger om dan daar te gaan zitten. 

 

Toen heb ik mijn gezellige plantje ook nog vervangen voor een akelig scherpe cactus, maar ook dat zette geen zoden aan de dijk. En ik liet nog wat paperclips achter, maar die werden dan weer gejat. Handig vond iedereen dat, dat de paperclips alvast klaargelegd waren op sommige bureaus. ‘Het wachten is alleen nog op de koffie,’ zeiden ze dan. Zucht. 

 

Nee, dan nog het lawaai! Met vaste collega’s kon je tenminste nog afspraken maken over geluidsoverlast. En die collega’s die kende je dan door en door, dus wist je zelf ook wanneer iemand even extra geconcentreerd bezig was en je een tijdje je mond moest houden. Of wanneer iemand verdrietig was, en dus even getroost moest worden. Dat ook. En daar was je dan zo mee klaar, en dan kon je allebei dus snel weer verder met je werk. Heel efficiënt en doeltreffend.

 

Maar in zo’n kantoortuin beland je dus steeds weer met anderen op een kluitje. En voordat je dan doorhebt wat fijn (samen)werkt, gaat die ander dan net weer verder thuiswerken, of heeft hij een vergadering drie etages lager, en zit er weer een ander tegenover je. 

 

En wat ik ook vreselijk miste trouwens, was de slappe lach. Ik kon met eventjes lachen ontzettend mijn batterij opladen, maar met vreemden is het eerst weer even zoeken waar je samen om kunt lachen. In de huidige kantoortuinen zal dat sowieso een probleem zijn – door waar we tegenwoordig allemaal beledigd mee kunnen worden en rekening mee moeten houden – maar ook destijds was het al lastig om de humor van je collega’s in te kunnen inschatten als er steeds weer anderen bij aanschoven. 

 

En dan de ruis! Je audiovisuele privacy diende je ineens op te lossen met pop-up stilteplekken of met zaken als ‘noise-canceling’ koptelefoons. Ach, hou toch op, dacht ik dan steeds. Maar ja, je wilde ook niet opnieuw voor ouwe taart worden uitgemaakt. Dus je paste je maar weer aan en ging aan het werk met een koptelefoon op. 

 

Maar nu blijkt die ouwe taart dus veel meer gelijk te hebben gehad dan ze dachten! Want wat blijkt? De meeste bedrijfsartsen willen de kantoortuinen nu weer afschaffen! Het zou namelijk ongezond zijn en het werk bepaald niet ten goede komen. 

 

Hahahaha. Ik zeg niks! 

 

Want ik werk lekker thuis vandaag. 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke