Thysia Huisman vertelt haar verhaal
Sinds Alyssa Milano de hashtag metoo in de wereld schoot, vonden veel vrouwen de kracht om hun verhalen te vertellen.
Deze gebundelde coming-out zorgde voor een revolutie. Een die nog steeds voortduurt en waar steeds weer een dappere survivor haar podium pakt. Opdat we niet vergeten, alert blijven en de schuldigen er niet – weer – mee wegkomen. Thysia Huisman was model en verzamelde, twintig jaar later, de kracht om haar verhaal te vertellen. Het verhaal dat een sprookje leek maar een drama bleek. Deze week verschijnt haar roman Close-up.
Thysia, wow, een vuistdik boek heb je geschreven. Heb je er eerst even van een afstandje naar staan kijken toen je het eerste gedrukte nummer aanschouwde? Ik kan me voorstellen dat het ook best spannend moet zijn geweest om jouw zo persoonlijke verhaal letterlijk zwart op wit te zien staan.
Ik moet toegeven dat ik een traantje heb weggepinkt toen ik het eerste exemplaar van Close-up eindelijk in mijn handen had. Het gevoel van trots overheerste, omdat ik de afgelopen drie jaar bezig ben geweest mijn zwartste bladzijde op te schrijven en dat is nu daadwerkelijk een echt boek.
Close-up is mijn persoonlijke verhaal. Het gaat over hoe ik als jong model in de klauwen van de bekende modellenagent Jean-Luc Brunel terechtkwam. Ik was 18 jaar en te gast in zijn huis in Parijs, toen hij mij op een avond drogeerde en verkrachtte. Ik besloot erover te zwijgen. Waarom? Omdat ik me zo ontzettend schaamde dat mij dat was overkomen, ik gaf mezelf ervan de schuld. In de jaren daarna probeerde ik het te vergeten. Maar uiteindelijk kon ik het niet vergeten, hoe hard ik het ook probeerde, door mezelf te verliezen in werk, feesten, drank en drugs. Uiteindelijk kwam ik erachter dat dat niet werkte. Ook was ik periodes in mijn leven heel depressief.
Pas 28 jaar na dato deed ik in september 2019 aangifte tegen Brunel. Ik wist dat mijn zaak verjaard was (verkrachting is na twintig jaar verjaard, volgens de Franse wet), maar ik wilde met mijn aangifte als een klokkenluider andere slachtoffers motiveren om net als ik naar voren te komen. Daarom heb ik ook bewust de aandacht gezocht van de internationale media. Door mijn aangifte kwamen er anderen naar voren. Elf vrouwen die hetzelfde hadden meegemaakt als ik deden ook aangifte. Jammer genoeg zijn alle gevallen verjaard, dus de Franse justitie doet niks en Brunel loopt nog steeds vrij rond. Dat is heel frustrerend. Ook omdat hij vandaag de dag gezien wordt als de belangrijkste meisjesronselaar voor pedofiel Jeffrey Epstein. En persoonlijk doet het boek me beseffen dat alles wat er toen gebeurd is mijn leven getekend heeft. En dat maakt me bij vlagen nog steeds verdrietig. Maar: trots overheerst.
Op de achterflap staat: ‘Thysia woont met haar gezin in Amsterdam.’ Ik kan me voorstellen dat je juist voor je kinderen wil dat bepaalde verhalen verteld worden, maar dat je tegelijkertijd ook denkt: willen mijn kinderen dit van hun moeder weten? Wat maakte dat je dacht: ik doe het toch, ik ga dit boek schrijven?
Drie jaar geleden ging ik in therapie en begon ik er voor het eerst over te praten en te schrijven. Ik geloof niet in toeval, maar precies op datzelfde moment barstte #metoo los. Dat deed veel met me, want ik herkende veel in die verhalen over het machtsmisbruik van Harvey Weinstein. Het raakte me, omdat ik dat ook had meegemaakt.
Vooral het gevoel van schaamte dat veel slachtoffers van seksueel geweld hebben is voor mij een drijfveer geweest om mijn verhaal op te schrijven en te willen delen. Ik hoop zo het taboe te doorbreken dat slachtoffers altijd weer dat gevoel van schuld en schaamte hebben.
Mijn vriend en ik hebben twee zoons en ik snap dat ze dit niet over hun moeder willen lezen. Ze zijn nu nog te jong, maar er komt misschien ooit wel een moment dat ze het willen lezen. Ik wil dat ze begrijpen waarom ik het wel móest schrijven. Ik denk dat als je in je leven het verschil kan maken, dat je dat dan moet doen. Ik voelde heel sterk dat ik mijn ervaring wilde delen zodat ik iets negatiefs kan omzetten in iets positiefs, waar anderen wat aan hebben. En dat principe wil ik onze zoons ook meegeven.
Met welke passage heb je echt moeite gehad?
De beschrijving van die ene nacht vond ik het lastigste, omdat ik wist dat ik het tot in detail moest opdiepen uit mijn geheugen. Dat deel opschrijven heb ik dan ook lang voor me uitgeschoven. Eigenlijk miste alleen dat stuk nog, terwijl ik het deel ervoor en erna al lang geschreven had. Toen ik mezelf dwong om weer terug te gaan naar die nacht en naar wat er precies gebeurd was, kwamen ook ineens heel veel details weer boven. Hoe hij rook, hoe zijn slaapkamer eruit zag, hoe de stof van het laken voelde op mijn huid, hoe hij op me lag en ik nauwelijks adem kon halen. Ik bleek het allemaal ergens te hebben opgeslagen in een donker achterhoekje van mijn hoofd. Toen ik mezelf er eenmaal echt toe kon zetten, schreef ik het in één keer op. Alsof iemand anders het typte, zo voelde het bijna.
Dan is daar natuurlijk de eerste zin. Hoe ontstond die en waar zat je toen je die opschreef?
‘Toen ik wakker werd, was ik naakt.’ Dat is de eerste zin van het boek. Ik word wakker in zijn bed en probeer dan koortsachtig te reconstrueren wat er de afgelopen nacht gebeurd is. Die zin schreef ik twee jaar geleden al voor het eerst op, maar pas later besloot ik dat ik met die scène wilde beginnen. The morning after. Toen ik me die ochtend in dat bed realiseerde wat me overkomen was, heb ik mijn spullen gepakt en ben als een dief in de nacht zijn huis uit gevlucht. Ik nam de eerste trein uit Parijs en besloot nooit meer terug te keren.
Waarom moest dit boek er zijn?
Het opschrijven van mijn verhaal is helend voor mezelf geweest, omdat ik besefte dat ik me niet hoef te schamen, dat ik een slachtoffer was en er geen schuld aan had. Aan meisjes en vrouwen wil ik ook de volgende boodschap meegeven: als zoiets je overkomt, weet dat het nooit jouw schuld is, je hoeft je er niet voor te schamen en zoek hulp. Je bent niet alleen. Als ik het over zou mogen doen, zou ik wel naar de politie zijn gegaan en had ik wel iemand in vertrouwen genomen. Dat ik er zo lang over heb gezwegen, is iets waar ik achteraf gezien spijt van heb.
Je bent programmamaker en vertelt in die zin al jaren verhalen. Toch lijkt me een roman schrijven van een totaal andere orde. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen? Had je een coach of is het gewoon een talent van je?
Drie jaar geleden deed ik de schrijfcursus Korte Verhalen aan de Schrijversvakschool. Vanuit die cursus besloten drie andere cursisten en ik ieder met dezelfde docent, Pauline Slot, verder te werken aan een groter verhaal. We zien elkaar iedere zes weken en geven dan feedback op elkaars werk. Dat zijn fantastische bijeenkomsten. Aan hen durfde ik voor het eerst snippertjes van mijn verhaal te laten lezen. En zij reageerden zo positief en overtuigden me ervan dat ik er verder mee moest gaan.
Soms vond ik het ook lastig om hun kritiek aan te horen en kwam de stoom uit mijn oren als ik na afloop naar huis fietste. Ze snapten er helemaal niks van, vond ik dan. Dan riep ik bij thuiskomst tegen mijn vriend dat ik klaar was met dat schrijven. Vaak moest ik een paar dagen later toegeven dat hun feedback toch wel hout sneed.
Ook was deze schrijfclub een stok achter de deur om door te blijven schrijven, ook als ik vond dat ik geen tijd of zin had. Dat het boek er nu echt is komt mede door hun support.
Hoe was jouw schrijfritueel? Begroef je je in je verhaal en zat je een periode ondergedoken of kon je ook prima een uur in je romanwereld duiken en dan weer pompiedom op het schoolplein staan?
Ik heb een gezin, dus een periode onderduiken in een hutje op de hei om 24/7 te schrijven zat er helaas niet in. Ik zat gewoon thuis te werken in de woonkamer. Ik gaf mezelf dan wel een minimum aantal woorden dat ik die dag moest schrijven. Dat werkte goed voor mij: gewoon zitten en typen. Ik had geen tijd om te wachten op inspiratie. Meestal kwam die inspiratie wel als ik begon te schrijven. En daarna stond ik gewoon weer op het schoolplein. Dat was ook fijn. Even iets heel anders. Gewoon kletsen over hoe hun schooldag was, iets te eten maken, iets leuks doen. Dat had ik ook nodig om uit die bubbel van mijn verhaal te komen.
Wie is jouw ideale lezer?
Oeh, lastig. Natuurlijk snap ik dat meisjes en vrouwen in het onderwerp van Close-up geïnteresseerder zullen zijn, al hoop ik eigenlijk ook dat veel mannen het gaan lezen. Het boek heeft een duidelijke boodschap, maar ik zou het mooi vinden als lezers het een goed boek vinden, dat leest als een trein.
Smaakt het boek naar meer of was dit een one off adventure?
Schrijven vind ik heel fijn, ben ik achter gekomen. Het smaakt absoluut naar meer. Het idee en de opzet voor een tweede boek heb ik al. Het is net als Close-up: gebaseerd op iets wat ik zelf ooit heb meegemaakt. Een toxische relatie waar je niet mee kan stoppen, al weet je dat dat beter is. Maar voor ik van mezelf in dat verhaal mag duiken, wil ik eerst alle aandacht geven aan het onder de aandacht brengen van Close-up.
En waar kunnen de mensen je boek kopen?
Online via Bol, Libris en in de lokale boekhandel. Een gesigneerd exemplaar kun je ook bestellen via Scheltema.