‘Hij vraagt hoe het met me is, mijn lief. Ik zeg dat het klote gaat en dat hij geen ongelukkiger moment had kunnen kiezen om te bellen, na de laatste keer dat hij kwaad bij me wegliep… Lees verder
‘Ik bel zijn zus die me al eerder voor erger behoedde als het op relaties aankwam. Daarbij zijn er weinig mensen die mijn lief beter kennen dan zij en heeft ze ons een soort van gekoppeld, wat haar toch ook iets van een verantwoordelijkheid geeft… Lees verder
‘Ik had nog wel gevraagd of hij het erover wilde hebben, tijdens ons om-nooit-meer-te-vergeten superromantische weekend in Parijs waarvan ik de details liever lekker voor mezelf houd…’ Lees verder
‘‘We kunnen óf dronken worden óf nu weggaan’, zegt hij. Twinkelen zijn ogen nou echt of zie ik mijn spiegelbeeld? Lees verder
‘Hoe erg is het dan met je dochter?’ vraag ik. De kok zit nog steeds te snotteren aan mijn keukentafel en hij slaat de bellen wijn zo vliegensvlug achterover dat het lijkt alsof er geen bodem in de man zit… Lees verder
‘Kom dan maar koken. Want om nou elke keer alleen maar uit eten te gaan, is ook zo wat.’ Ik zeg dat hij zijn messen niet hoeft mee te nemen deze keer… Lees verder
‘Morgen zal ik hem zeggen dat we moeten afspreken omdat dit gesprek er nu eenmaal echt moet komen.’ Lees verder
‘Nog voordat mijn rechtervoet de bovenste trede raakt weet ik het. In een reflex begin ik om me heen te graaien – in het luchtledige.’ Lees verder
‘Hij vraagt hoe het met me is, mijn lief. Ik zeg dat het klote gaat en dat hij geen ongelukkiger moment had kunnen kiezen om te bellen, na de laatste keer dat hij kwaad bij me wegliep… Lees verder
‘Ik had nog wel gevraagd of hij het erover wilde hebben, tijdens ons om-nooit-meer-te-vergeten superromantische weekend in Parijs waarvan ik de details liever lekker voor mezelf houd…’ Lees verder
‘Hoe erg is het dan met je dochter?’ vraag ik. De kok zit nog steeds te snotteren aan mijn keukentafel en hij slaat de bellen wijn zo vliegensvlug achterover dat het lijkt alsof er geen bodem in de man zit… Lees verder
‘Morgen zal ik hem zeggen dat we moeten afspreken omdat dit gesprek er nu eenmaal echt moet komen.’ Lees verder
‘Ik bel zijn zus die me al eerder voor erger behoedde als het op relaties aankwam. Daarbij zijn er weinig mensen die mijn lief beter kennen dan zij en heeft ze ons een soort van gekoppeld, wat haar toch ook iets van een verantwoordelijkheid geeft… Lees verder
‘‘We kunnen óf dronken worden óf nu weggaan’, zegt hij. Twinkelen zijn ogen nou echt of zie ik mijn spiegelbeeld? Lees verder
‘Kom dan maar koken. Want om nou elke keer alleen maar uit eten te gaan, is ook zo wat.’ Ik zeg dat hij zijn messen niet hoeft mee te nemen deze keer… Lees verder
‘Nog voordat mijn rechtervoet de bovenste trede raakt weet ik het. In een reflex begin ik om me heen te graaien – in het luchtledige.’ Lees verder