Stookkosten
Het is beter als we allemaal wat minder gaan stoken; je hoort en leest het nu best wel vaak.
Maar gek genoeg vond ik dat al jaren. Hoe meer je stookt, hoe meer je kapot maakt. Ik had echt geen Greenpeace nodig om dat in te zien.
Hoe hoger je het vuur aanwakkert, hoe meer schade je aanricht, maar dat lijken sommige mensen pas door te krijgen wanneer het ze zelf – als stoker – ook eens iets gaat kosten.
Dus landelijke campagnes, documentaires, boeken, essays, lezingen, mensen in de omgeving die leeg, koud en eenzaam achterbleven: het had allemaal weinig invloed. Maar als er dik voor betaald moet worden, valt bij sommigen dan toch ineens het kwartje.
Nou moest je voor het betere stookwerk vroeger natuurlijk ook al betalen, maar dat was toen nog wel te overzien. Wat kostte het nou helemaal om, met de kachel op 24 graden, lekker door de Story, de Weekend of de Privé te bladeren met een kop warme thee erbij?
Niks toch? Een lekkere doos chocolaatjes nog: het kostte geen drol om fijn over de shit van anderen te lezen.
Maar tegenwoordig kun je beter een dekentje erbij pakken als je dat wilt lezen. Want bij de kapper is het lezen van dat soort bladen ook al niet meer te betalen. De stookkosten zijn tegenwoordig dusdanig hoog, dat het beter is om de thermostaat maar wat lager te zetten en een vestje aan te trekken. Om de deuren goed achter je dicht te trekken, de gordijnen wat vroeger te sluiten, en ruimtes waar je toch niet komt dan maar niet meer te verwarmen.
En waar je dan nog wél verwarmt het maar op een graadje minder te houden. Kleine moeite, groot plezier.
Plotseling staat mijn thermostaat thuis dus niet meer ingesteld om alles al verwarmd te hebben nog vóórdat ik opsta, maar zet ik de verwarming pas aan als ik uit mijn bed kom. En hij loeit ook niet nog een half uur door als ik alweer ga slapen, maar ik zet hem al uit als ik weet dat ik dadelijk onder de wol ga. Achteraf misschien zonde van die dure “slimme” thermostaat, maar ik vraag me wel af waarom ik dat eigenlijk niet eerder zo deed? Het valt namelijk best wel mee om een beetje minder te stoken.
Bij de kapper moeten ze het natuurlijk evengoed doorberekenen, al dat gestook. Ik zit zelf gelukkig nog onder een plastic deken, als ik te horen krijg dat mijn buurvrouw vlak voor mij ook al is geweest om haar haar te laten verven. Maar de kapster zélf staat, zonder jas, in een grote open ruimte, te vertellen dat de buurvrouw al een beetje kaal begint te worden en dat haar zoon ook weer is opgepakt. Dat buurjongen zijn vrouw nu wel (EIN-DE-LIJK) bij hem weg is, maar dat hij allang iemand anders had, en dat die hem nu hopelijk eens mag opzoeken in de bak. Eindelijk gerechtigheid! Want ze haat onrechtvaardigheid.
Maar ja… dan moet die kachel natuurlijk toch aan tijdens al dat stoken, en die lasten gaat de kapster echt niet zelf dragen. Ze begint de knipbeurt dus al niet meer met ‘Wat een weer, hè?’ Want ze weet nu ook wel dat ze dan al vooráf discussie gaat krijgen over het straks te betalen bedrag. Dus het weer slaan we maar over, en het stoken begint dus meteen.
En echt… ik denk echt dat de wereld beter af is als we allemaal wat minder zouden stoken.
Want stoken doet pijn. Zowel in de portemonnee als in iemands privéleven.
Want misschien wordt mijn buurvrouw wel kaal door alle zorgen. Zowel over haar zoon als over de energierekening. En dat heb ik gezegd ook, tegen de kapster.
Maar of ze buiten mijn haar nog meer heeft opgestoken? Ik weet het niet. Ze leek er eigenlijk niet warm of koud van te worden.