Snertnimf, snertnimf. Ik proef het woord een paar keer en heb een nieuw en meteen favoriet scheldwoord gevonden. En zin in soep. Maar dat had ik al, het is zo’n dag dat de laatste herfstblaadjes tegen de ruiten plakken en je écht niet naar buiten wil, en ook zeker geen bezorger durft te vragen tegen weer en wind in naar je toe te ploegen. Enfin, snertweer dus. Rare uitdrukking toch? Wat was er eerst, de soep of het weer?
Vermoedelijk bestond ‘vies weer’ al, verzon iemand op een dag dat het water in dikke druppels soep langs de ramen liep om een troostrijke soep te maken en die te vernoemen naar het snertweer buiten? Of viel het de mensen ineens op dat ze altijd snert aten als het buiten onaangenaam was en hebben ze toen het weer naar de soep genoemd?
Op mijn zoektocht kwam ik haar tegen, die vieze vuile snnnertnimf! ‘Snertnimf, vrouw die (of meisje dat) de overgebleven snert komt vragen’, zegt het woordenboek. Misschien is ze wel een type met romige ronde heupen, dikke donkere krullen rond haar blozende wangen, bezig stevige plakken te snijden van het brood dat ze onder haar stevige arm geklemd houdt. Veel te mollig voor het transparante wezen waar je bij een nimf aan denkt, een snertnimf dus. Ik vind haar lief en maak soep voor haar. Snert natuurlijk. Maar, net als zij, niet volgens het traditionele plaatje, niet naar recept van mijn vader – het enige gerecht dat ik hem ooit zag maken. Want varkenssnuit, een poot en een oor zachtjes trekken met prei, ui, een stuk wortel en spliterwten én twee soorten spek, dat kan anders. Zonder varkensonderdelen, maar zeker zo lekker.
Niks snert, heerlijk winters soepje
2 middelgrote uien, gesnipperd
2 dikke tenen (gerookte) knoflook, fijngesneden
200 g spliterwten
2 stengels bleekselderij, in plakjes
10 blaadjes salie, gerist en gehakt
3 takjes tijm, gerist en gehakt
1 bio-citroen
olijfolie
eventueel:
Fruit in een pan met dikke bodem de ui in een beetje olie. Voeg als hij glazig is de knoflook, spliterwten en helft van de bleekselderij, salie en tijm toe. Schep goed om en blus als alles glanst af met 2 liter water. Breng aan de kook, draai het vuur lager en laat 1 uur rustig pruttelen en het vocht binden.
Voeg dan de rest van de bleekselderij, salie, tijm en eventueel de extra groenten toe. Laat nog 15 à 25 minuten zachtjes opstaan tot de smaken goed zijn ingetrokken en de groenten smaakgaar zijn.
Maak af met een paar raspjes citroenschil en zo’n 2 eetlepels sap, peper & zout, misschien een kneepje pimentón. Schenkzwier er als hij opgeschept is wat room in voor een wat zachtere soep.
VARIATIES
- Voor een fris-zoetere soep voegt u 8 in blokjes gesneden bliktomaten toe, blus daarna pas af met water (dat mag dan wat minder zijn).
- Laat voor een klassieke smaak een laurierblad en/of een kroontje foelie meetrekken. Voor een pittiger soep een plak(je) gember.
- Vervang de spliterwten geheel of gedeeltelijk door halfom oranje en zwarte linzen of andere gedroogde, geweekte bonen of kapucijners. Bij linzen kan de kooktijd met ruim de helft verkort worden.
- Bestrooi voor het serveren met verkruimelde geitenkaas of feta.
- Geef een knappertje door er (knoflook)croutons of fijngesneden rammenas over te strooien.
Eet smakelijk