Philip Huff – Wat je van bloed weet
Van Philip Huff, een jonge (1984), Nederlandse schrijver van romans en verhalen, is een nieuw boek verschenen dat nogal wat stof heeft doen opwaaien.
Hij is vooral bekend geworden door zijn studentenroman Niemand in de Stad, die succesvol verfilmd is.
Maar nu is Wat je van bloed weet uitgekomen. Huff mocht in menige talkshow komen vertellen in hoeverre zijn nieuwste boek autobiografisch is. Is dat belangrijk? Ja en nee. Het is gewoon een goed boek, goed geschreven, met een inhoud die je niet loslaat.
Maar waar komt dan die interesse vandaan of het over hemzelf gaat? Huff beschrijft een gezin waarin vader en moeder zowel elkaar als hun kinderen regelmatig slaan, zeg maar gerust mishandelen.
De naamloze hoofdpersoon heeft een oudere zus, Emilie en een klein broertje, Alexander.
In het eerste hoofdstuk is hij acht, wordt wakker en blijft met kloppend hart liggen luisteren of hij zijn vader hoort. Omdat dat niet het geval is, kijkt hij uit het raam en ziet tot zijn opluchting dat zijn vaders auto er niet staat. Gelukkig, een ontbijt zonder ruzie, tenzij moeders agressie zich op hem gaat richten.
Zijn ouders zijn het cliché-echtpaar: zij kunnen niet met elkaar en niet zonder elkaar. Telkens verlaat vader schreeuwend voorgoed zijn vrouw om vervolgens enkele dagen later weer terug te keren. Bij zijn terugkeer moeten de kinderen een tijdje beneden blijven, zodat hun ouders het boven goed kunnen maken.
Maar vaak dezelfde dag nog beginnen het schreeuwen en slaan weer. Emilie gaat zo snel mogelijk het huis uit, Philips alter ego probeert zo veel mogelijk bij vriendjes en al snel ook vriendinnetjes te blijven zonder dat die ooit terug worden gevraagd.
Niet alleen mishandelen zijn ouders hun kinderen, zij zijn daarbij ongekend egocentrisch. Als moeder in het ziekenhuis ligt met een ernstige aandoening, stelt vader zijn twee zoons voor om toch op wintersport te gaan. Daar worden zij gebeld door Emilie of zij met spoed terug kunnen komen, omdat het niet goed gaat met moeder. Vader wordt dan enorm boos op zijn oudste zoon, omdat die ‘gewoon’ meeging op vakantie, terwijl zijn moeder zo ziek was.
Als de hoofdpersoon zo’n zestien jaar is, en vader hem wil verbieden zoveel tijd bij zijn vriendin door te brengen, vliegt hij zijn vader aan. Dat helpt enigszins, want het besef dringt door dat de zestienjarige zoon misschien wel iets te sterk wordt.
Een tweede keerpunt vindt plaats als moeder zijn broertje van de trap gooit. Alexander valt hard op zijn hoofd en overleeft met moeite.
Wat je van bloed weet geeft een indringend beeld van een gezin waarin geweld aan de orde van de dag is.
Je leeft met drie getraumatiseerde kinderen mee, je verbaast je over wat er in het gezin gebeurt, wetende dat dit soort zaken in werkelijkheid helaas maar al te vaak plaatsvinden.
Nee, je wordt niet vrolijk van dit boek, maar een geweldige leeservaring is het!