Over
vijfentwintig jaarOoit leek dat heel lang en heel ver weg. Tegen die tijd zouden we taarten zijn. Taarten? Intussen denk ik daar natuurlijk heel anders over.
Ik was even iets aan het zoeken in een rommellaatje. Kwam ik een foto tegen van m’n achterwerk. Lig ik op m’n knieën in de berm om een piepklein bloemetje te fotograferen. Dopheide geloof ik. Of zou het een maarts viooltje geweest zijn? Verhip! Dat was op Vlieland, waar ik toen met een collega en tevens goede vriendin was om een artikel voor te bereiden voor het handwerkblad Ariadne. Zij vond het grappig om juist daar een foto van te maken. Was natuurlijk meteen de laatste keer dat ik er zo bij ging liggen.
We kenden elkaar toen net goed genoeg om bij het inpakken voor dat tripje even goed na te denken. We zouden op Vlieland fietsen huren en het weer was nogal wisselvallig. Het was maart geloof ik. Zal het toch een maarts viooltje geweest zijn. Ik dacht, zal je zien dat zij een heel goed fiets-regenpak bij zich heeft, dus ik neem m’n zeilpak maar mee (iets anders had ik niet, ik was namelijk een mooi-weer-fietser), anders kunnen we niet op pad. En zij had juist gedacht: zal je zien dat zij geen fietspak heeft, dan laat ik het mijne ook maar thuis, want als het regent gaan we toch niet op pad. Kwamen we daar ter plekke achter. Lachen.
De eerste ochtend hadden we aan het ontbijt besloten te gaan fietsen. Langs de Wadden-kustweg heen tot aan het einde bij het Posthuys en later terug langs het pad van tien, twintig, dertig kilometer en verder tot we de hele boel langs twee kanten gecoverd zouden hebben. Ik nam m’n zeilpak maar niet mee, want als het hard zou gaan regenen bleven we toch wachten tot de bui over was. Je voelt hem al aankomen. Door en door zeiknat zijn we ’s avonds teruggekomen in het dorp. Maar wel alles gezien. En ellende verbroedert, dus we waren na die trip dikke vrienden.
Zo ontstond bij m’n vriendin waarschijnlijk het idee om over vijfentwintig jaar samen terug te gaan. Leek me wel leuk. Benieuwd wat voor oude taarten we tegen die tijd zouden zijn. Vijfentwintig jaar? Uh… even de rekenmachine erbij… ruim gepasseerd intussen, die deadline. Geloof dat ik eens even iemand aan haar staart moet trekken. Waar blijft ze eigenlijk met haar over vijfentwintig jaar Vlieland?