Oranje boven (en onder, en links en rechts)

 

Ineens hing mijn tuin vol met vlaggetjes en sjaaltjes. Ik, die niets om voetbal geeft, zat zomaar ineens met een oranje-versierde tuin. ‘t Is wat.

 

 

En waarom? Omdat mijn aardse paradijs eerst heel langzaam was verworden tot een kale woestijn, waar ik steeds verdrietiger van werd. Eerst nog alleen omdat er een enorme boom weggehaald moest worden (die alleen te bereiken was door het oerwoud ervoor ook maar even weg te hakken), en daarna door een windhoos die nog wat andere bomen omblies. Vervolgens door een buxusmotje van nog geen twee centimeter, dat het hele dorp kaalvrat, en nu weer door spouwmuurisolatie.

 

Vroeger moest ik altijd een beetje lachen om verhalen over sprinkhanenplagen en zo. Het kon toch niet écht zo zijn dat een paar insecten, woesch, langs een plek kwamen, en dat daarna dan alles weg was? Ik vond dat meer iets voor tekenfilms of stripboeken. Maar nu weet ik dat het écht kan! Dat een paar mottige vlindertjes gezellig met de hele familie een heel dorp kaal kunnen knagen. Ook als je ze dapper probeert te isoleren en (in afzondering) één struik cadeau doet. Helpt dus niks!

 

En over isoleren gesproken: daartoe hadden we besloten om het milieu, de natuur (en daarmee helaas ook de buxusmot) te redden. En wat moet er dan gebeuren? Dan worden er honderden gaten in je buitenmuren geboord, waardoor dan isolatie in de spouw kan worden gespoten, en daarna worden al die gaatjes weer keurig dichtgemaakt. Zie je niks meer van, als ze klaar zijn.

 

Maar ja… dan moeten ze natuurlijk wel goed bij de muren kunnen om die gaatjes te boren. Dus van alle muren moest nu ook nog eens de klimop, de Japanse sneeuwbal, de wilde wingerd en de wisteria afgepeuterd worden. Urenlang hakken, trekken, knippen, steken, sjorren, zagen en schrapen. Daarna zestien keer naar de vuilstort, en toen…

 

Nou, toen moest ik huilen…

 

Van de tuin, waarin ik ongestoord een ommetje kon maken (zonder dat iemand mij zag lopen), waarin tentjes konden worden opgeslagen onder de bomen (door mensen die bleven slapen na een feestje, of die gewoon even een weekendje weg wilden in eigen land of eigen vriendenkring), en waar bonte spechten, grasparkieten, aalscholvers, koolmeesjes, musjes, merels, eksters en noem maar op, zich onzichtbaar waanden (maar zich wel de hele dag lieten horen). Daar is niets meer van over. Het paradijs is nu volledig verwoest en er lopen alleen nog wat egeltjes verdwaasd in het rond op zoek naar beschutting. De duiven zijn op de picknicktafel in overleg met de roodborstjes over wat er hier gebeurd kan zijn, en ik roep ze dapper toe dat alles weer in orde komt en weer zal aangroeien, maar ik kan het zelf eigenlijk nauwelijks nog geloven.

 

En daarom toog manlief naar de supermarkt voor een paar goede flessen wijn. Wijn helpt overal tegen.

 

Alhoewel… tegen kaalheid toch weer niet écht, als ik hem zo zie…

 

Nou ja, anyway… bij de supermarkt kreeg hij bij de kassa toen sjaaltjes, vlaggetjes en slingers aangeboden, waarvoor hij in eerste instantie vriendelijk bedankte. Wij vinden wuppies en woofers hartstikke leuk, maar zien onszelf niet voor de tv zitten met een vuvuzela en vuurwerk als Nederland een wedstrijd speelt. Wij zitten dan liever in de tuin, en kunnen aan het gemopper, geschreeuw en gejuich van de buren wel horen hoe we ervoor staan.

 

Maar ehhh… die versiering weigeren was helemaal geen optie.  

 

‘Meneer, iederéén is toe aan een feestje. Dus u ook!’ Zo werd hem geduid. En dus nam hij gehoorzaam alles mee naar huis en hing hij het maar op ook. In de hoop alle kaalheid daarmee nog een beetje te verdrijven.

 

En dochter en ik vonden dat zó schattig, dat we hem toch maar even hebben toegezongen.

 

♪ Jij bent de kampioen ♫ Wij houden van oranje ♫ Maar we zien toch liever groen♪

 

‘En nu opruimen!’ riepen we daarna. ‘Gek!’

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke