Op vakantie naar Duitsland?
Vergeet Berlijn, Frankfurt en Keulen. Juist de steden die je nog niet kent zijn véél leuker dan je denkt…
Ja, ja, nu weet je het zo langzamerhand vast wel: ik ben in Duitsland opgegroeid. En dat maakt mij (naar mijn idee) een Duitsland-expert. Dat is ook waarom ik het altijd zo jammer vind als mensen zeggen dat ze naar Duitsland op vakantie gaan, maar dan alléén maar naar de paar bekende grote steden. Alsof al die kleinere, stiekem veel leukere (want: minder toeristische) stadjes er niet toe doen… Dat wil ik vandaag even rechtzetten. Ik ben er namelijk klaar mee. Snap jij vast. Want als toeristen in Nederland alleen naar Amsterdam gaan en dan denken dat ze het hele land kennen, daar word je toch ook gek van? Alsof Amsterdam het enige is wat ons land te bieden heeft. Niet dus. Snappen we elkaar? Goed. Dan ga ik je nu even vertellen over vijf leuke en nog onbekende steden en stadjes in Duitsland. Beloof je me dan te overwegen om er op vakantie te gaan? Top. Dankjewel. Komen ze:
1. Celle
Deze stad heeft bijna vijfhonderd (!) originele vakwerkhuizen, en staat daarom bekend als ‘vakwerkjuweel aan de Aller’. Een groot contrast zijn de gebouwen in de stijl van het Bauhaus. De meeste van deze moderne gebouwen zijn ontworpen door Otto Haesler. Hij heeft de sociale woningbouw geperfectioneerd. Een groot aantal van zijn ontwerpen, zoals de woonwijk ‘Italienischer Garten’ die bekend is door het opvallende gebruik van rood en blauw, de Haeslergebouwen en het Haesler Museum zijn nog steeds te bezichtigen.
Ook heeft Celle een prachtig slot, dat bekendstaat als een van de mooiste kastelen van Noord-Duitsland. Jij kan er gewoon met de hele familie op bezoek gaan. Loop heerlijk door het omringende park, of neem een tour door het kasteel. De prachtige slotkapel, het slottheater met zijn eigen toneelgezelschap en het oudste barokke theater van Duitsland… Je ziet het allemaal.
Niet zo van de kastelen? Ga dan naar het unieke kunstmuseum. Het is namelijk het eerste museum voor beeldende kunst dat vierentwintig uur per dag is geopend, zonder extra kosten. Wat ze willen laten zien met dit museum is dat ‘the power of money’ niet zo sterk is als ‘the power of the idea’. Je kan hier dag en nacht genieten van de moderne en hedendaagse kunst uit de Robert Simon-collectie. De beste tijd om langs te gaan vind ik tussen 5 en 10 uur ’s avonds. Dit is wanneer het museum elk uur een paar minuten van kleur verandert. Het is magisch om te zien.
2. Goslar
De vakwerkstad Goslar ligt midden in de prachtige natuur van de Harz, en is een hidden gem voor iedereen die houdt van geschiedenis. De stad heeft het ideale decor voor een sprookjesachtige film, met vakwerkhuizen, een pittoresk marktplein en zelfs een paleis. Dat paleis werd in de elfde eeuw gebouwd als verblijf voor Heinrich II. Goslar was toen niet alleen een keizerstad, maar ook een Hanzestad. Het paleis, het Rathaus, het voormalige gildehuis van textielhandelaren, en andere monumenten weerspiegelen de rijke geschiedenis van Goslar.
De rijkdom heeft de stad te danken aan de zilver- en koperertsmijn Rammelsberg die in de buurt ligt. De mijn werd in 1988 gesloten en is nu een museum dat je niet wil missen. Naast de museumgebouwen is vooral een afdaling in de mijn waarbij je de wereld ‘onder de grond’ kunt verkennen de moeite waard. De mijntrein neemt bezoekers mee door de geschiedenis van de mijnbouw in de twintigste eeuw. De UNESCO kende Bergwerk Rammelsberg en het historische centrum van Goslar de status Werelderfgoed toe.
3. Osnabrück
Wil je lekker op vakantie in Duitsland, maar niet te ver rijden? Ga dan naar Osnabrück. Vanaf Enschede is het maar negentig kilometer. En honderd procent de moeite waard.
Samen met Münster was Osnabrück ooit de locatie voor de onderhandelingen over de Vrede van Westfalen (die maakte een einde aan de Dertigjarige Oorlog), die hier in 1648 vanaf de trap van het stadshuis werd uitgeroepen. Dit is de belangrijkste gebeurtenis in de stadsgeschiedenis.
Osnabrück is een mix van moderne gebouwen, zoals het Felix-Nussbaum-Haus, en fraaie steegjes in de oude wijk Heger Tor. De deels nog behouden middeleeuwse pakhuizen, herbergen, galerieën, cafe’s en bistro’s vullen het centrum van de gezellige stad.
Het hart van de stad is de Marktplatz. Waar de cafés en restaurants hun rieten stoelen buiten voor de roodgele gevels neerzetten, met uitzicht op het stadhuis en de Mariakerk. Daar geniet je van de lekkerste taarten of hartige lekkernijen. Een paar meter verderop staat de St. Pietersdom uit de dertiende eeuw. Kijk je ogen uit naar de verschillende torens en de kruisgang en in de schatkamer in het museum.
Als enige écht grote stad ligt Osnabrück in het midden van een natuurpark, Geopark TERRA.vita. En zo kan je in je vakantie de perfecte combinatie maken van de stad verkennen en in de natuur fietsen of wandelen. Neem bijvoorbeeld deze acht kilometer lange wandeling met een mix van mooie natuur, industrieel erfgoed en prachtige uitzichten. Vervelen doe je hier in ieder geval niet.
4. Stade
Tussen Hamburg en Cuxhaven bevindt zich deze meer dan duizend jaar oude stad. Geïnteresseerd in de middeleeuwen? Dan wil je hier écht even langs. Laat je betoveren door een levendige oude binnenstad die volledig door water omringd is. Lang geleden werden hier schepen gelost en handelswaren gewogen en gedeclareerd. Nu vind je er kleine winkeltjes, gezellige restaurants en cafés, uitnodigende zomerterrasjes direct aan het water. In de Hanzehaven liggen het oude zeilschip Willi en het museumschip Greundiek die allebei echt een bezoekje waard zijn.
En wil je het historische centrum van de stad ook even in, zorg er dan voor dat je het stadhuis, gebouwd in 1667, het Regionalmuseum en de houten tredkraan op de Fischmarkt niet mist.
De beste tijd van het jaar om Stade te bezoeken is in het voorjaar. De stad ligt namelijk in het Alte Land en dat is het grootste aaneengesloten fruitteeltgebied van Midden-Europa (18 miljoen fruitbomen). In het voorjaar verandert het langschap in een zee van witte appelbloesem en roze kersenbloesem. Langs de kronkelende dijken staan prachtige oude vakwerkboerderijen en kerkjes, en liggen leuke plaatsjes zoals Buxtehude en Jork. In de zomer en de herfst kun je overal langs de wegen en dijken vers fruit kopen, direct van de producent.
5. Lingen
In de oude binnenstad van Lingen zijn veel historische sporen uit de laatste vier eeuwen bewaard gebleven. De oude woonhuizen zijn vakwerkhuizen die met een puntgevel naar de stad staan gericht. Veel van deze huizen hebben de grote stadsbrand van 1548, de belegering door de Hollanders en de Spanjaarden, de wervelstorm van 1927 én de Tweede Wereldoorlog niet onbeschadigd doorstaan, en daarom zijn ze gereconstrueerd en weer opgebouwd.
Naast de vakwerkhuizen vind je in Lingen ook zeventiende-eeuwse gevels die door Nederland zijn geïnspireerd. Dit omdat de stad van 1597 tot 1648 in bezit was van het Huis van Oranje. En van 1648 tot 1702 was de stad onderdeel van Nederland. De stad had zelfs zijn eigen universiteit. De zeventiende eeuw wordt door de stad bestempeld als de Gouden Eeuw. Het historische stadhuis, de universiteitsgebouwen, herenhuizen en het paleis Dankelman werden in deze tijd gebouwd.
De stad staat bekend als fiets-, paard- en gezinsvriendelijke stad. Je hebt er 220 kilometer bewegwijzerde fiets- en wandelpaden die je door bossen, weilanden, akkerlandschappen en langs waterstromen leiden.
Een kleine tip die je niet wil missen: de Alte Posthalterei (de oude post uit 1653) is tegenwoordig een restaurant, waar je heerlijk kunt eten. En bij Posthalterei Lingen vind je een bierkaart met meer dan 140 bieren uit de hele wereld (Tip: tijdens een biertasting kun je kennismaken met een paar van deze bieren). Dus zeker ook even een bezoekje waard.
Beeld: Celle: © Celle Tourismus und Marketing GmbH, fotograaf K. Behre, Goslar: © Goslar Marketing GmbH, fotograaf Stefan Schiefer, Lingen: © Lingen Wirtschaft + Tourismus GmbH, Osnabrück: © Osnabrück Marketing & Tourismus GmbH, next choice, Stade: © Stade Tourismus GmbH, Martin Elsen