“Omdat er weinig vrouwen zijn in de politiek, zijn er weinig vrouwen in de politiek”
Na de aanslag op de moskee in Christchurch waren alle ogen op haar gericht. Jacinda Adern, de vrouwelijke minister-president van Nieuw-Zeeland.
Achtendertig jaar oud, knap én moeder bovendien. Na de premier van Pakistan (Pakistan!) is ze het tweede staatshoofd ooit dat zwangerschapsverlof opnam. Met camera’s uit de hele wereld op haar gericht, hield ze het hoofd koel en loodste ze haar land met daadkracht, wijsheid en empathie door een turbulente tijd. Een sterk staaltje leiderschap.
Finland. Alle vijf leiders van de coalitie zijn vrouw, waarvan er vier zelfs onder de vierendertig jaar oud. Daarmee zijn twaalf van de negentien ministers vrouw. Het enige land dat nog een hoger percentage vrouwen in de regering kent is Spanje. Duitsland had jarenlang Angela Merkel en ook in Griekenland is onlangs een vrouwelijke president aangetreden.
Waarom het zo belangrijk is dat er meer vrouwen aan de politieke top komen? Omdat het tijd is voor een frisse wind. In IJsland, Nieuw-Zeeland en Schotland staat niet meer de economische groei centraal, maar maatstaven op sociaal gebied, huisvesting, milieu, onderwijs en gelijkheid. Van welvaart naar welzijn. Niet geheel toevallig staat in deze landen een vrouw aan het hoofd. Ook de vrouwen in Finland zijn van plan om mensen en de planeet op de eerste plaats te zetten. Zijn we niet allemaal een beetje klaar met multinationals die alleen maar uit zijn op meer geld en politici die alleen maar uit zijn op meer macht? Het is tijd voor oestrogeen.
Maar… waar zijn dan de vrouwen die de leiding gaan nemen in Nederland?
‘Omdat er weinig vrouwen zijn in de politiek, zijn er weinig vrouwen in de politiek,’ zegt Mei Li Vos, eerste kamer lid voor het PvdA. ‘En omdat Nederland achterlijk is. Kun je nagaan dat 50 jaar geleden de Dolle Mina’s al Nijenrode bezetten om toelating tot de school te eisen. En nog steeds kunnen wij kennelijk geen premier voortbrengen.’
Aan wie ligt het dan? Aan de mannen of misschien toch aan de vrouwen zelf? Mannen in Nederland worden als redelijk feminien beschouwd. Ook vaders hebben een papadag en fietsen met opgeheven hoofd op een bakfiets. In mijn omgeving zie ik steeds meer mannen die vaker thuis zijn met de kinderen dan hun vrouw. Maar net zoals onderzoek uitwijst dat mannen niet meer in het huishouden zijn gaan doen sinds ze minder werken, zijn ze kennelijk er ook niet aan toe om de leiding te accepteren van een vrouw.
Dan de vrouwen onderling. Nu kom ik al een tijdje niet meer op het schoolplein, maar wat ik van vriendinnen begrijp is dat je nog steeds raar wordt aangekeken als je vertelt dat je fulltime werkt. (Overigens ook als je full-time moeder bent.) De ideale vrouw heeft drie tot vier dagen een baan, net genoeg om intelligent over te komen, maar al te veel je kinderen ‘in de steek laten’ is toch echt niet de bedoeling. Daar komt bij dat kinderopvang schreeuwend duur is, dus ook dat maakt het er niet makkelijker op.
Dan is er ook nog iets anders aan de hand. Als er dan een vrouw aan de macht is, lijken we daar in Nederland weinig vertrouwen in te hebben. Groen Links is de enige partij waarvan de hoeveelheid zetels steeg toen er een vrouw, te weten Femke Halsema, aan de macht kwam. Lees even goed wat hier staat. Bij alle andere partijen daalde het aantal zetels dramatisch na het aantreden van een vrouw. Hoe komt het toch dat we zo intolerant zijn tegenover onze seksegenoten? Mei Li: ‘Om een politiek leider te kunnen zijn, moet je behoorlijk overtuigd zijn van jezelf. Je moet het fijn vinden om in het middelpunt te staan en op een gezonde manier ijdel zijn. Eigenschappen die we kennelijk wel pikken van een man, maar niet van een vrouw. Van een man vinden we het normaal dat hij zo zijn eigenaardigheden heeft. Van een vrouw verwachten we perfectie.’
Ook lijken we maar niet over het uiterlijk van prominente vrouwen heen te kunnen stappen. Als een politica bij een talkshow aan tafel zit, reken er dan maar op dat er meer wordt getwitterd over haar haarkapsel dan over haar inhoudelijke standpunt. En ja, ik betrap mezelf ook op die neiging. Mei Li: ‘Als je wilt dat er meer vrouwen in de politiek komen, stop dan met oordelen over het uiterlijk. Zit je voor de televisie en voel je je geneigd om iets te zeggen over iemands jurk, houd gewoon je mond. En het tweede wat je kunt doen is, stemmen op een vrouw. Dat klinkt logisch, toch gebeurt het nog te weinig.’
Dit kunnen wij, toch?