Nu nog even niet
Morgen vroeg zit ik weer bij de kapper om m’n landingsbaan in te laten kleuren. M’n moeder zei vaak: ‘Je moet wel opletten hoor, want op een gegeven moment wordt het wel erg hard, dat donkere haar bij de kleur van je gezicht. M’n man zegt regelmatig als ik weer eens loop te rennen op weg naar de kapper: ‘Waarom laat je het niet gewoon grijs worden? Scheelt je ook nog eens heel veel tijd. En geld.’
Je weet nooit hoe het uitpakt, want je hebt mooi en lelijk grijs. Peper en zout of juist prachtig zilver. Je kunt het niet zien aan zo’n klein uitgroeistreepje. Volgens Rob Peetoom kun je het ook in mooie diverse grijstinten verven. Maar maar maar… ik kan ’t niet. Een aantal van m’n vriendinnen laat het gewoon gebeuren. Maar de meeste niet. En dan heb ik ook nog een vriendin die verdorie maar niet grijs wordt. Het is niet eerlijk! Bij mij begon het al op m’n 27e. Dus ik weet niet beter. Naar de kapper en bij vertrek meteen een afspraak voor de volgende keer. En zo zit ik daar elke drie weken.
Eén beginstap is al wel gezet. Met de uitspraak van m’n moeder in het achterhoofd, heb ik een half jaar geleden besloten langzaamaan voor een ietsje lichtere kleur te gaan. Staat misschien wat minder hard. Ik zie mezelf voorlopig geen tweede stap zetten in dit proces.