Nog een kind kon ik gewoon niet aan

 

Als er bij de buren van Yolanda een baby wordt geboren brengt dat herinneringen bij haar boven. Maar die zijn lang niet allemaal even fijn.

 

 

‘Bij de buren hangt een ooievaar aan het raam. De naam van de baby staat er met grote lichtblauwe letters bij. Als ik de buurman buiten tegenkom vertelt hij in geuren en kleuren over de bevalling en hoe goed het allemaal is gegaan. Apetrots is hij op zijn derde zoon. Hij was niet helemaal gepland, maar wel heel erg welkom.

 

Als ik weer in de keuken sta galmen zijn woorden na in mijn hoofd. ‘Niet gepland, maar wel heel erg welkom.’ Het brengt me in gedachten terug naar tien jaar geleden toen onze tweede dochter net geboren was.

 

Dertien maanden nadat ons eerste kindje was geboren volgde de tweede al. Ik was nauwelijks hersteld van een zware bevalling toen ik weer zwanger was. Negen maanden lang was ik misselijk en doodmoe. Helaas was ook de bevalling van deze baby een traumatische, en voor ik het wist zat ik in een postnatale depressie.

 

Dat wens ik echt niemand toe. Het is zo’n verschrikkelijke ervaring en ik voel me nog altijd schuldig tegenover de meisjes dat ik ze in hun babytijd eigenlijk niets te bieden had. Mijn gevoel was helemaal weg en ik was iedere dag eigenlijk alleen maar aan het overleven. Ik was bang en ongelukkig, gevoelens die helemaal niet pasten bij een jonge moeder. Om mij heen zag ik alleen maar blije jonge ouders, daar werd ik alleen maar depressiever van. Waarom kon ik niet gelukkig zijn met mijn twee gezonde dochtertjes?

 

De baby huilde veel en op een gegeven moment kon ik daar echt niet meer tegen want ik had natuurlijk ook de zorg voor haar oudere zusje, een peutertje dat net kon lopen. Steeds vaker had ik gedachten dat ik haar of mezelf iets aan wilde doen. Met veel hulp van een psychotherapeut krabbelde ik langzaam weer op, maar het herstel duurde lang en ik had vaak een terugval.

 

Tot overmaat van ramp bleek ik drie jaar geleden weer zwanger te zijn. In eerste instantie durfde ik het niet te geloven en heb stiekem wel drie testen gedaan om er echt zeker van te zijn dat ik niet vervroegd in de overgang zat. Inmiddels was ik veertig en de kans dat het kindje een aangeboren afwijking zou hebben was behoorlijk groot. Ik voelde ook totaal geen blijdschap en was daarom heel bang dat ik opnieuw in een depressie zou belanden. Juist nu het eindelijk weer goed met me ging en ik weer van het leven en mijn kinderen kon genieten.

 

Ik wist dat ik moest kiezen om mezelf en mijn gezin te beschermen en heb zonder overleg met wie dan ook besloten om het weg te laten halen. Natuurlijk heb ik heel goed nagedacht over deze moeilijkste beslissing uit mijn leven. Maar nog een zwangerschap en een eventuele postnatale depressie kon ik echt niet meer opbrengen.

 

Om het niet nog ingewikkelder te maken heb ik het allemaal voor mezelf gehouden en er nooit met iemand over gesproken, zelfs niet met mijn man. Want hoewel hij het nooit zo heeft uitgesproken weet ik dat hij graag nog wel een derde kind had willen hebben om het gezin in zijn ogen compleet te maken.

 

Tot op de dag van vandaag heb ik geen spijt van mijn keuze gehad. Ik ben er absoluut niet trots op dat ik het verzwegen heb maar ik ben er zeker van dat het mijn leven en dat van mijn gezin volledig op zijn kop zou hebben gezet als ik wel openheid van zaken had gegeven. Dat was het me allemaal niet waard. Ik koos ervoor om mijn geheim met me mee te dragen, want nog een kind kon ik niet aan.’