Om nieuws zaten wij – helaas – deze week niet verlegen. Als een uit zijn oevers tredende rivier spoelde het nieuws vanaf zondag over ons heen.
Donderdagmiddag vielen hoogtepunt en dieptepunt samen: terwijl in Zuid-Limburg het water zijn hoogste stand bereikte, overleed Peter R. de Vries.
Door diens voortdurende kritiek op de politie en de rechterlijke macht en door zijn vriendschap met Heineken-ontvoerder Cor van Hout, was Peter R. de Vries in het begin van zijn carrière zeker omstreden. Terecht ging verreweg de meest aandacht uit naar zijn lange lijst successen, zijn enorme vasthoudendheid en zijn empathie met slachtoffers en nabestaanden van misdaden.
Een ander hoogtepunt aan het begin van de week waren de besmettingscijfers. Vorige week vrijdag hadden Rutte en De Jonge een uiterst gênante persconferenties gehouden; zij beweerden dat de vergaande versoepelingen verantwoord waren, dat zij slechts de adviezen van het OMT volgden, dat in andere landen dezelfde beslissing werd genomen etc. Het wordt eentonig, maar het was allemaal niet waar. Het OMT was in een aantal opzichten veel voorzichtiger, Duitsland bijvoorbeeld, was uiterst ongelukkig met de beslissing van ons kabinet, en daar bij onze Oosterburen zijn de besmettingscijfers aanzienlijk lager.
Meest opmerkelijke waren niet zozeer de excuses op maandag, too little and too late, maar het feit dat Rutte actieve herinnering had aan die persconferentie, daar zaten toch al twee dagen tussen, meestal te veel voor onze premier om te weten wat hij ‘zo lang geleden’ had beweerd. Toen tijdens de persconferentie een journalist aan Hugo de Jonge vroeg of hij nou eindelijk eens zou aftreden, omdat hij er ‘zo’n troep van had gemaakt’ begon deze minister spontaan te lachen. Met zijn schoenen acht je het nauwelijks mogelijk, maar het lukt Hugo de Jonge toch om naast zijn schoenen te lopen.
Rutte zei bij zijn excuses dat hij ‘had moeten doorvragen’. Hoezo? Het kabinet negeerde adviezen, Grapperhaus zong een zelfgemaakt mondkapliedje (zijn pr-medewerker is inmiddels ontslagen), en gezamenlijk sloegen zij eigenwijs de verkeerde weg in.
Ik kan het toch niet laten: de ademtest waar Hugo de Jonge kortgeleden mee pronkte (‘Nederland doet de wereld versteld staan.’) en waar het ministerie er voor tientallen miljoenen van had gekocht, bleek ondeugdelijk. Daarnaast heeft zijn ministerie 700 miljoen euro aan Testen voor Toegang en 500 miljoen euro aan – nu door zijn eigen falende beleid afgelaste – festivals gespendeerd. Totaal 1,2 miljard euro aan belastinggeld weggegooid.
Excuses zijn toch bezig de grootste hobby van machthebbers te worden. Voor de slavernij, voor wanbeleid, in de pandemie, voor de toeslagenaffaire. Noch de slaven, noch de bevolking van Nederland dat weer deels op slot moest, noch de getroffen ouders zijn er ook maar één cent mee opgeschoten. Ik ben maar meegegaan in de trend en heb mijn kinderen excuses aangeboden voor het feit dat ik in mei 1995 vergeten ben zakgeld te geven.
De vermoedelijke schutter heeft voor zijn moord op Peter R. de Vries nog geen excuses aangeboden. Wat bezielt zo iemand trouwens om voor – naar verluidt – 150.000 euro een onschuldige, hem onbekende man neer te schieten en zo z’n eigen leven gelijktijdig te vernielen?
Laten we hopen dat wij komende week gevrijwaard blijven van moord, water en ook van excuses.