Mopperdemopper

Je komt ze allemaal weleens tegen. De multi-mopperaars.

 

 

 

 

De een vindt dat we in Nederland te veel belasting moeten betalen en de ander vindt dat we veel te weinig subsidiemogelijkheden hebben. En dat die subsidies met dat belastinggeld betaald worden, lijkt ze beiden te ontgaan. 

 

Zo zat ik laatst op een verjaardag naast iemand die mopperde over de maandelijkse premie voor zijn ziektekostenverzekering. Die vond hij veel te hoog (en de eigen bijdrage maar belachelijk). Terwijl hij net daarvoor had verteld dat hij zich had laten steriliseren, toen was gaan scheiden, en nu een nieuwe vriendin had die wel kinderen wilde, en dus die sterilisatie weer ongedaan had laten maken. 

 

Ik heb hem daarop echter niet aangesproken, want ik vind dat ik vanaf nu mijn mond moet houden over ziektekosten. Met in één jaar tijd drie operaties, 21 chemo’s en immunotherapie, een wijkverpleegster aan huis, een casemanager die ik altijd mocht bellen, een psycholoog die me leerde hoe verder te leven en nu elke drie maanden controle bij een chirurg of oncoloog en elke vier maanden bij de cardioloog, plus nog oedeemtherapie en jarenlange hormoontherapie, vind ik niet dat ik recht heb om te mopperen. Ik heb de ziektekostenpot jarenlang gevuld en nooit gebruik gemaakt van iets. Daarmee konden toen anderen behandeld worden. En nu ik het zelf dringend nodig had, was het geld er ook voor mij. Ik vind dat eigenlijk de ideale wereld. 

 

En ja, ik weet dat de directeur van zo’n verzekeringsmaatschappij soms veel te veel geld verdient in verhouding tot (bijvoorbeeld) een brandweerman. En andere directeuren ook. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom veel kinderen op de kleuterschool roepen dat ze later directeur willen worden. 

 

O… en ook brandweerman. Hmmm, daar klopt dus iets niet.  

 

En ik ben uiteraard wel verbijsterd dat er 86 miljoen voor een schilderij wordt betaald dat gewoon bij iemand in Frankrijk in de huiskamer hing, terwijl er overal in de wereld mensen zijn die niets te eten hebben of een dak boven hun hoofd missen. Die logica ontgaat mij natuurlijk ook. 

 

Maar ik vind nog steeds dat ik hier niks te mopperen heb, want ik heb wel te eten en ook een dak boven mijn hoofd. En ik moet bij al die ontevreden mensen altijd denken aan die meneer die na de aardbeving in Turkije de hand van zijn dochter vasthield die onder het puin lag van hun ingestorte huis. 

 

Want dát is waar het leven over gaat en waar mijn hart van breekt. 

 

Dat die meneer niets te eten en geen huis meer had, daar was hij totaal niet mee bezig. Hij was in shock omdat zijn kind stierf. 

 

En dat zo iemand daarna misschien wel naar een ander land vertrekt om opnieuw te beginnen, dat begrijp ik ook! Dat zou ik, denk ik, dan ook willen. 

 

En dus ga ik ook niet mopperen als hij naast me komt wonen. Want wie heb je dan liever naast je? Die directeur of deze meneer? Ik denk het antwoord van sommige mopperaars wel te weten. 

 

Dus als je dan liever die directeur naast je hebt, moet je verder maar niet meer mopperen. 

 

En als je toch voor die meneer kiest eigenlijk ook maar niet.

 

Want het is op sommige plekken in de wereld nu al een wonder dat er nog huizen staan. En daar zul je dan ook niet snel bij de apotheek ‘nee’ te horen krijgen, omdat de medicijnen die jij nodig hebt zijn opgekocht door mensen die ermee willen afvallen. Tssss… Op die plekken in de wereld zijn geen apotheken meer, en er is zo weinig eten dat iedereen automatisch afvalt. 

 

Laten we daar even bij stilstaan als we op een verjaardag, onder het genot van iets lekkers, weer lekker samen zitten te mopperen.

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke