Mooie mensen

 

Ik ken veel vrouwen die aan zichzelf hebben laten “sleutelen”. Mannen ook trouwens, maar daar gaat het nu niet over.

 

 

 

Wanneer ik het over mannen heb in dit stuk, dan gaat het eerder over mijn verbazing waarom mannen dat allemaal zo mooi vinden, al dat nepgedoe. Ik heb vriendinnen met gecorrigeerde oogleden, opgespoten lippen, nephaar, nepborsten, nepwimpers, nepnagels, geschilderde wenkbrauwen en getatoeëerde eyeliner. Eentje heeft het zelfs allemáál laten doen. En zij beweert nu gewoon glashard dat haar man haar mooi vindt zo.

 

Maar ik vind inmiddels dat hij niet háár mooi vindt, want “zij” bestaat niet meer. Ik kan mijn eigen vriendinnetje, waar ik vroeger zo mee kon lachen, helemaal niet meer vinden achter al die aan- op- en ingeplakte onderdelen. Ze lacht ook niet meer zoals ze dat vroeger deed. Ze trekt een soort rare grimas, en het lijkt erop dat het haar nu zelfs pijn doet wanneer ze lacht.

 

En ik vind dat jammer, maar het blijft natuurlijk haar eigen keuze.

 

‘Ikzelf zou het nooit laten doen,’ roep ik al jaren. Al moet ik toegeven dat ik een flinke tijd heb rondgelopen met een extra dikke paardenstaart na een fotoshoot.
‘Laat maar lekker zitten die nepstrengen,’ riep ik nadat de shoot was afgelopen. Ik vond mezelf prachtig met die dikke bos haar. En toen de aanwas eruit viel heb ik ze er onmiddellijk weer opnieuw laten inplakken.

 

Maar na een tijd werd het me toch allemaal te veel werk, en ik moet wel bekennen dat het best even wennen was toen ik weer terug naar “af” moest. Terug naar mezelf zoals ik blijkbaar bedoeld was. Ik moest echt weer behoorlijk wennen aan mijn eigen “flutbosje”, want zo voelde het daarna wel. Maar ook dat is nu gelukkig weer “gewoon”, en het heeft mij doen besluiten om nooit meer zoiets verslavends in te zetten om mezelf beter te kunnen voelen.

 

En, nee … de discussie over wijn gaan we hier nu niet voeren. Ik weet heus wel dat dat hetzelfde doet, en dat ik dat wél graag gebruik om me beter te voelen. Maar het ging nu even over neponderdelen aan (en in) een lijf, om je mooier te voelen.

 

We doen dat vooral voor onszelf, roepen we als vrouw zijnde graag. Maar gek genoeg vinden de meeste vrouwen die ik spreek het helemaal niet zo mooi. Het zijn juist de mannen die al die neptroep promoten. Als mijn man een vrouw “mooi” vindt, kan ik er vergif op innemen dat haar borsten en billen wat zijn aangedikt. Als hij met zijn vrienden praat over “mooie” vrouwen, hebben ze het meestal over etalagepoppen. En soms denk ik daarom: wat moet ik nou doen? Moet ik mezelf laten ombouwen tot etalagepop – zodat hij mij ook mooi blijft vinden – of geef ik hem gewoon een spiegel, en vraag ik hem daar eens goed in te kijken?

 

Want laten we wel wezen, mensen: Mijn man en zijn vrienden zijn een stel lekker op leeftijd zijnde (leuke) mennekes, en dat zie je ook goed aan ze. Kale bollen, hangwangen, dikke buiken, grote oren, scheve tanden, te strakke overhemden; ze hebben het allemaal.

 

Dus hoe haal je het eigenlijk in je hoofd om dan vrouwen te gaan beoordelen op hun uiterlijk? Dat je dat op je twintigste doet, heeft te maken met voortplanting, dus dan snap ik het nog wel. Al heeft de natuur het volgens mij zo bedoeld dat de vrouw dan selecteert op goede genen voor het nageslacht, toch? En niet de man!

 

Maar dat je als middelbare (of zelfs oudere) man een mening gaat zitten hebben over het uiterlijk van je generatiegenoten, dat dient dan geen enkel doel meer. En dat je een mening hebt over vrouwen van één of twee generaties onder je vind ik zelfs een beetje gênant.

 

Maar goed … als ik het dan toch moet aanhoren, dan hoor ik dat liever van …

 

O, nee, zeg ik niet.

 

Want dat had mijn zoon kunnen zijn. 😉

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke